Dutch
Afrikaans
Albanian
Arabic
Azeri
Basque
Catalan
Danish
Dutch
English
Esperanto
Estonian
Faroese
Finnish verbs
Finnish adjectives
Finnish nouns
French
German
Hawaiian
Hebrew
Hungarian
Icelandic
Indonesian
Italian
Japanese
Latvian
Lithuanian
Macedonian
Malay
Maltese
Maori
Modern Greek
Norwegian
Persian
Polish
Portuguese
Quechua
Romanian
Russian verbs
Russian adjectives
Russian nouns
Spanish
Swedish
Thai
Turkish
Vietnamese
Search
Quick navigation...
Dutch Cooljugator home
List of Dutch verbs
Submit feedback
About Cooljugator
Cooljugator blog
Cooljugator home
Konvooieren (to convoy) conjugation
Dutch
Conjugation of konvooieren
Translation
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
konvooieer
I convoy
konvooieert
you convoy
konvooieert
he/she/it convoys
konvooieren
we convoy
konvooieren
you all convoy
konvooieren
they convoy
Present perfect tense
heb gekonvooieerd
I have convoyed
hebt gekonvooieerd
you have convoyed
heeft gekonvooieerd
he/she/it has convoyed
hebben gekonvooieerd
we have convoyed
hebben gekonvooieerd
you all have convoyed
hebben gekonvooieerd
they have convoyed
Past tense
konvooieerde
I convoyed
konvooieerde
you convoyed
konvooieerde
he/she/it convoyed
konvooieerden
we convoyed
konvooieerden
you all convoyed
konvooieerden
they convoyed
Future tense
zal konvooieren
I will convoy
zult konvooieren
you will convoy
zal konvooieren
he/she/it will convoy
zullen konvooieren
we will convoy
zullen konvooieren
you all will convoy
zullen konvooieren
they will convoy
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou konvooieren
I would convoy
zou konvooieren
you would convoy
zou konvooieren
he/she/it would convoy
zouden konvooieren
we would convoy
zouden konvooieren
you all would convoy
zouden konvooieren
they would convoy
Subjunctive mood
konvooiere
I convoy
konvooiere
you convoy
konvooiere
he/she/it convoy
konvooiere
we convoy
konvooiere
you all convoy
konvooiere
they convoy
Past perfect tense
had gekonvooieerd
I had convoyed
had gekonvooieerd
you had convoyed
had gekonvooieerd
he/she/it had convoyed
hadden gekonvooieerd
we had convoyed
hadden gekonvooieerd
you all had convoyed
hadden gekonvooieerd
they had convoyed
Future perf.
zal gekonvooieerd hebben
I will have convoyed
zal gekonvooieerd hebben
you will have convoyed
zal gekonvooieerd hebben
he/she/it will have convoyed
zullen gekonvooieerd hebben
we will have convoyed
zullen gekonvooieerd hebben
you all will have convoyed
zullen gekonvooieerd hebben
they will have convoyed
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gekonvooieerd hebben
I would have convoyed
zou gekonvooieerd hebben
you would have convoyed
zou gekonvooieerd hebben
he/she/it would have convoyed
zouden gekonvooieerd hebben
we would have convoyed
zouden gekonvooieerd hebben
you all would have convoyed
zouden gekonvooieerd hebben
they would have convoyed
Du
Ihr
Imperative mood
konvooieer
convoy
konvooieert
convoy
More Dutch verbs
Related
Not found
We have none.
Similar
Not found
We have none.
Similar but longer
Not found
We have none.
Random
klepelen
mulch
knevelen
pinion
koketteren
coquette
kokkelen
do
kokkerellen
cook
konkelfoezen
do
kontneuken
do
kooien
do
krabbelen
scribble
krengen
careen
Other Dutch verbs with the meaning similar to 'convoy':
None found.
'Convoy' in different languages
Language
Verb(s)
Language
Verb(s)
English
convoy
Estonian
konvoeerima
French
convoyer
Polish
konwojować
Portuguese
comboiar
Spanish
convoyar
Learning languages?
Try Interlinear