Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Knipogen (to wink) conjugation

Dutch
32 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
knipoog
knipoogt
knipoogt
knipogen
knipogen
knipogen
Present perfect tense
heb geknipoogd
hebt geknipoogd
heeft geknipoogd
hebben geknipoogd
hebben geknipoogd
hebben geknipoogd
Past tense
knipoogde
knipoogde
knipoogde
knipoogden
knipoogden
knipoogden
Future tense
zal knipogen
zult knipogen
zal knipogen
zullen knipogen
zullen knipogen
zullen knipogen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou knipogen
zou knipogen
zou knipogen
zouden knipogen
zouden knipogen
zouden knipogen
Subjunctive mood
knipoge
knipoge
knipoge
knipoge
knipoge
knipoge
Past perfect tense
had geknipoogd
had geknipoogd
had geknipoogd
hadden geknipoogd
hadden geknipoogd
hadden geknipoogd
Future perf.
zal geknipoogd hebben
zal geknipoogd hebben
zal geknipoogd hebben
zullen geknipoogd hebben
zullen geknipoogd hebben
zullen geknipoogd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geknipoogd hebben
zou geknipoogd hebben
zou geknipoogd hebben
zouden geknipoogd hebben
zouden geknipoogd hebben
zouden geknipoogd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
knipoog
knipoogt

Examples of knipogen

Example in DutchTranslation in English
'Zal ik, ehm, lachen en knipogen?Shall I, um, smile and wink?
- De knipogen.- The winks.
- Ik kan nog steeds knipogen. Ik wil er niets aan doen...I'd still wink, I just wouldn't be able to do anything about it.
- Je kan niet knipogen, toch?- You can't wink, can you?
- Niet knipogen, joch.- Don't wink, kid.
"En de helderste ster verandert in een schandelijke vallende ster gekwetst door je knipoog.""And the brightest star turns "ignominious shooter, mortified by the wink of your eye."
"Voor Shortstop." Zoals een knipoog."For Shortstop." Like a wink.
'Ik knipoog niet naar jou.'I am not winking at you.
'Ja,' met een knipoog."Yes." With a little winky face.
'Knipoog, knipoog'.Wink, wink.
"ls de dokter er ook?" En ze knipoogt en zegt:"Is the doctor in?" And the nurse winks and says, "No, come on in."
- Dames... Hé, weet je wie knipoogt en naait als een tijger?Lathes hey, do you know what winks and screws like a tiger?
- Hij knipoogt vast naar je.He'll probably wink at you. He doesn't know That you know.
- Hij knipoogt.He winks
- Ik geloof dat hij naar me knipoogt.I think he's winking at me.
Er wordt tegenwoordig steeds naar mij geknipoogd.I'm always getting winked at these days.
Heeft ze nooit naar je geknipoogd?She's never winked at you?
Hij zei dat we het nodig hebben voor onze toekomst... daarna heeft hij geknipoogd.What are you talking about? He said we needed it for our future, then he winked.
Ik denk niet dat ik geknipoogd hebt.I don't think I winked.
Ik heb nooit geknipoogd.I never winked.
- Hij knipoogde naar je.- He winked at you.
- Je knipoogde juist.- Hmm? - You just winked.
- Waarom, omdat ze naar je knipoogde?Because she winked at you?
-Je knipoogde.- Well, you winked.
Deze knipoogde naar mij.See, that one just winked at me.
Ik ben op zoek naar profielen van jongens die naar me knipoogden op TrueRomantix.I'm looking at profiles of guys who winked at me on TrueRomantix.
Vorig jaar vermoordde hij twee rekruten die naar me knipoogden.Last year he slaughtered two recruits who winked at me.
We knipoogden en flirtten met elkaar.We winked at each other and flirted.
"Met bruisende bubbels knipogend naar de rand."With beaded bubbles winking at the brim
- Kijk, ik was een Japanse teenager, en ik heb zelfs nooit een knipogend smiley face gebruikt.- Look, I was a Japanese teenager, I didn't even use a winking smiley face.
Daarna komt zo'n knipogend emoticon onderaan.And then there's one of those winking emoticons at the bottom there.
Een knipogend smiley face?Like a winking smiley face?

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

klagen
complain
klunen
portage
knabbelen
nibble
kneuteren
do
kneuzen
bruise
knikkebenen
give at the knees
knikkeren
play at marbles
knippen
cut
koesteren
cherish
kokhalzen
retch

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'wink':

None found.