Kniepoten (to knee legs) conjugation

Dutch

Conjugation of kniepoten

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
kniepoot
I knee legs
kniepoot
you knee legs
kniepoot
he/she/it knees legs
kniepoten
we knee legs
kniepoten
you all knee legs
kniepoten
they knee legs
Present perfect tense
heb gekniepoot
I have kneed legs
hebt gekniepoot
you have kneed legs
heeft gekniepoot
he/she/it has kneed legs
hebben gekniepoot
we have kneed legs
hebben gekniepoot
you all have kneed legs
hebben gekniepoot
they have kneed legs
Past tense
kniepootte
I kneed legs
kniepootte
you kneed legs
kniepootte
he/she/it kneed legs
kniepootten
we kneed legs
kniepootten
you all kneed legs
kniepootten
they kneed legs
Future tense
zal kniepoten
I will knee legs
zult kniepoten
you will knee legs
zal kniepoten
he/she/it will knee legs
zullen kniepoten
we will knee legs
zullen kniepoten
you all will knee legs
zullen kniepoten
they will knee legs
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou kniepoten
I would knee legs
zou kniepoten
you would knee legs
zou kniepoten
he/she/it would knee legs
zouden kniepoten
we would knee legs
zouden kniepoten
you all would knee legs
zouden kniepoten
they would knee legs
Subjunctive mood
kniepote
I knee legs
kniepote
you knee legs
kniepote
he/she/it knee legs
kniepote
we knee legs
kniepote
you all knee legs
kniepote
they knee legs
Past perfect tense
had gekniepoot
I had kneed legs
had gekniepoot
you had kneed legs
had gekniepoot
he/she/it had kneed legs
hadden gekniepoot
we had kneed legs
hadden gekniepoot
you all had kneed legs
hadden gekniepoot
they had kneed legs
Future perf.
zal gekniepoot hebben
I will have kneed legs
zal gekniepoot hebben
you will have kneed legs
zal gekniepoot hebben
he/she/it will have kneed legs
zullen gekniepoot hebben
we will have kneed legs
zullen gekniepoot hebben
you all will have kneed legs
zullen gekniepoot hebben
they will have kneed legs
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gekniepoot hebben
I would have kneed legs
zou gekniepoot hebben
you would have kneed legs
zou gekniepoot hebben
he/she/it would have kneed legs
zouden gekniepoot hebben
we would have kneed legs
zouden gekniepoot hebben
you all would have kneed legs
zouden gekniepoot hebben
they would have kneed legs
Du
Ihr
Imperative mood
kniepoot
knee legs
kniepoot
knee legs

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

kerken
do
kerven
notch
klappeien
do
kleunen
beat
kleven
stick
knarsetanden
gnash
knielen
kneel
kniezen
mope
kokken
do
kokkeren
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'knee legs':

None found.
Learning languages?