Cooljugator Logo Get a Dutch Tutor

klingelen

to tinkle

Looking for learning resources? Study with our courses! Get a full course →

Conjugation of klingelen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
klingel
I tinkle
klingelt
you tinkle
klingelt
he/she/it tinkles
klingelen
we tinkle
klingelen
you all tinkle
klingelen
they tinkle
Present perfect tense
heb geklingeld
I have tinkled
hebt geklingeld
you have tinkled
heeft geklingeld
he/she/it has tinkled
hebben geklingeld
we have tinkled
hebben geklingeld
you all have tinkled
hebben geklingeld
they have tinkled
Past tense
klingelde
I tinkled
klingelde
you tinkled
klingelde
he/she/it tinkled
klingelden
we tinkled
klingelden
you all tinkled
klingelden
they tinkled
Future tense
zal klingelen
I will tinkle
zult klingelen
you will tinkle
zal klingelen
he/she/it will tinkle
zullen klingelen
we will tinkle
zullen klingelen
you all will tinkle
zullen klingelen
they will tinkle
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou klingelen
I would tinkle
zou klingelen
you would tinkle
zou klingelen
he/she/it would tinkle
zouden klingelen
we would tinkle
zouden klingelen
you all would tinkle
zouden klingelen
they would tinkle
Subjunctive mood
klingele
I tinkle
klingele
you tinkle
klingele
he/she/it tinkle
klingele
we tinkle
klingele
you all tinkle
klingele
they tinkle
Past perfect tense
had geklingeld
I had tinkled
had geklingeld
you had tinkled
had geklingeld
he/she/it had tinkled
hadden geklingeld
we had tinkled
hadden geklingeld
you all had tinkled
hadden geklingeld
they had tinkled
Future perf.
zal geklingeld hebben
I will have tinkled
zal geklingeld hebben
you will have tinkled
zal geklingeld hebben
he/she/it will have tinkled
zullen geklingeld hebben
we will have tinkled
zullen geklingeld hebben
you all will have tinkled
zullen geklingeld hebben
they will have tinkled
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geklingeld hebben
I would have tinkled
zou geklingeld hebben
you would have tinkled
zou geklingeld hebben
he/she/it would have tinkled
zouden geklingeld hebben
we would have tinkled
zouden geklingeld hebben
you all would have tinkled
zouden geklingeld hebben
they would have tinkled
Du
Ihr
Imperative mood
klingel
tinkle
klingelt
tinkle

Examples of klingelen

Hoor ze klingelen in de ijzige nacht.

How they tinkle, tinkle, tinkle in the icy air of night.

Further details about this page

LOCATION

RELATED PAGES