Klaarzetten (to set up) conjugation

Dutch
13 examples

Conjugation of klaarzetten

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
zet klaar
I set up
zet klaar
you set up
zet klaar
he/she/it sets up
zetten klaar
we set up
zetten klaar
you all set up
zetten klaar
they set up
Present perfect tense
heb klaargezet
I have set up
hebt klaargezet
you have set up
heeft klaargezet
he/she/it has set up
hebben klaargezet
we have set up
hebben klaargezet
you all have set up
hebben klaargezet
they have set up
Past tense
zette klaar
I set up
zette klaar
you set up
zette klaar
he/she/it set up
zetten klaar
we set up
zetten klaar
you all set up
zetten klaar
they set up
Future tense
zal klaarzetten
I will set up
zult klaarzetten
you will set up
zal klaarzetten
he/she/it will set up
zullen klaarzetten
we will set up
zullen klaarzetten
you all will set up
zullen klaarzetten
they will set up
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou klaarzetten
I would set up
zou klaarzetten
you would set up
zou klaarzetten
he/she/it would set up
zouden klaarzetten
we would set up
zouden klaarzetten
you all would set up
zouden klaarzetten
they would set up
Subjunctive mood
zette klaar
I set up
zette klaar
you set up
zette klaar
he/she/it set up
zette klaar
we set up
zette klaar
you all set up
zette klaar
they set up
Past perfect tense
had klaargezet
I had set up
had klaargezet
you had set up
had klaargezet
he/she/it had set up
hadden klaargezet
we had set up
hadden klaargezet
you all had set up
hadden klaargezet
they had set up
Future perf.
zal klaargezet hebben
I will have set up
zal klaargezet hebben
you will have set up
zal klaargezet hebben
he/she/it will have set up
zullen klaargezet hebben
we will have set up
zullen klaargezet hebben
you all will have set up
zullen klaargezet hebben
they will have set up
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou klaargezet hebben
I would have set up
zou klaargezet hebben
you would have set up
zou klaargezet hebben
he/she/it would have set up
zouden klaargezet hebben
we would have set up
zouden klaargezet hebben
you all would have set up
zouden klaargezet hebben
they would have set up
Present bijzin tense
klaarzet
I set up
klaarzet
you set up
klaarzet
he/she/it sets up
klaarzetten
we set up
klaarzetten
you all set up
klaarzetten
they set up
Past bijzin tense
klaarzette
I set up
klaarzette
you set up
klaarzette
he/she/it set up
klaarzetten
we set up
klaarzetten
you all set up
klaarzetten
they set up
Future bijzin tense
zal klaarzetten
I will set up
zult klaarzetten
you will set up
zal klaarzetten
he/she/it will set up
zullen klaarzetten
we will set up
zullen klaarzetten
you all will set up
zullen klaarzetten
they will set up
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou klaarzetten
I would set up
zou klaarzetten
you would set up
zou klaarzetten
he/she/it would set up
zouden klaarzetten
we would set up
zouden klaarzetten
you all would set up
zouden klaarzetten
they would set up
Subjunctive bijzin mood
klaarzette
I set up
klaarzette
you set up
klaarzette
he/she/it set up
klaarzette
we set up
klaarzette
you all set up
klaarzette
they set up
Du
Ihr
Imperative mood
zet klaar
set up
zet klaa
set up

Examples of klaarzetten

Example in DutchTranslation in English
- Ik ga de lunch klaarzetten.Well, I'm gonna set up lunch...
- Je zei dat ik de tafels moest klaarzetten.You said to set up the tables.
- Laten we een foetale monitor klaarzetten.- Let's get the fetal monitor set up.
- Zal ik het hier klaarzetten of in de woonkamer?So, shall I set up in here or in the...
- Zal ik het klaarzetten ?Hey, Lu! You want me to set up?
Alles is klaargezet.Alright ... I got this set up.
De lunch wordt klaargezet in de hal.Lunch is being set up in the foyer.
Ik heb Monopoly al klaargezet.You said Monopoly. I just set up the bank.
Ik heb TARU en een telefoon voor je klaargezet in het hok.Okay, well, I got TARU and a phone set up for you in the box.
Ik heb net een bed en eten klaargezet.I've set up a bed and food up there.
Is het goed als ik binnen alles klaarzet?Uh, you know, is it okay if i just, Like, go ahead and set up inside?
Wil je hier wachten met je moeder als ik alles klaarzet?You want to wait here with your mama while I go get you all set up?
Weet je nog dat jij altijd de filmstrip klaarzette in het lokaal van Ms Yacenda?Remember you always set up the filmstrip in Ms. Yacenda's class?

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

klaarzitten
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'set up':

None found.
Learning languages?