Kartonneren (to carton) conjugation

Dutch

Conjugation of kartonneren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
kartonneer
I carton
kartonneert
you carton
kartonneert
he/she/it cartons
kartonneren
we carton
kartonneren
you all carton
kartonneren
they carton
Present perfect tense
heb gekartonneerd
I have cartoned
hebt gekartonneerd
you have cartoned
heeft gekartonneerd
he/she/it has cartoned
hebben gekartonneerd
we have cartoned
hebben gekartonneerd
you all have cartoned
hebben gekartonneerd
they have cartoned
Past tense
kartonneerde
I cartoned
kartonneerde
you cartoned
kartonneerde
he/she/it cartoned
kartonneerden
we cartoned
kartonneerden
you all cartoned
kartonneerden
they cartoned
Future tense
zal kartonneren
I will carton
zult kartonneren
you will carton
zal kartonneren
he/she/it will carton
zullen kartonneren
we will carton
zullen kartonneren
you all will carton
zullen kartonneren
they will carton
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou kartonneren
I would carton
zou kartonneren
you would carton
zou kartonneren
he/she/it would carton
zouden kartonneren
we would carton
zouden kartonneren
you all would carton
zouden kartonneren
they would carton
Subjunctive mood
kartonnere
I carton
kartonnere
you carton
kartonnere
he/she/it carton
kartonnere
we carton
kartonnere
you all carton
kartonnere
they carton
Past perfect tense
had gekartonneerd
I had cartoned
had gekartonneerd
you had cartoned
had gekartonneerd
he/she/it had cartoned
hadden gekartonneerd
we had cartoned
hadden gekartonneerd
you all had cartoned
hadden gekartonneerd
they had cartoned
Future perf.
zal gekartonneerd hebben
I will have cartoned
zal gekartonneerd hebben
you will have cartoned
zal gekartonneerd hebben
he/she/it will have cartoned
zullen gekartonneerd hebben
we will have cartoned
zullen gekartonneerd hebben
you all will have cartoned
zullen gekartonneerd hebben
they will have cartoned
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gekartonneerd hebben
I would have cartoned
zou gekartonneerd hebben
you would have cartoned
zou gekartonneerd hebben
he/she/it would have cartoned
zouden gekartonneerd hebben
we would have cartoned
zouden gekartonneerd hebben
you all would have cartoned
zouden gekartonneerd hebben
they would have cartoned
Du
Ihr
Imperative mood
kartonneer
carton
kartonneert
carton

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

kantonneren
billet

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

jouen
do
judoën
do
kanonneren
cannon
kantwerken
lace work
karamelliseren
caramelize
karteren
do
karweien
do
katapulteren
catapult
kelderen
nosedive
kermen
groan

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'carton':

None found.
Learning languages?