Kapotslaan (to smash) conjugation

Dutch
14 examples

Conjugation of kapotslaan

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
sla kapot
I smash
slaat kapot
you smash
slaat kapot
he/she/it smashes
slaan kapot
we smash
slaan kapot
you all smash
slaan kapot
they smash
Present perfect tense
heb kapotgeslagen
I have smashed
hebt kapotgeslagen
you have smashed
heeft kapotgeslagen
he/she/it has smashed
hebben kapotgeslagen
we have smashed
hebben kapotgeslagen
you all have smashed
hebben kapotgeslagen
they have smashed
Past tense
sloeg kapot
I smashed
sloeg kapot
you smashed
sloeg kapot
he/she/it smashed
sloegen kapot
we smashed
sloegen kapot
you all smashed
sloegen kapot
they smashed
Future tense
zal kapotslaan
I will smash
zult kapotslaan
you will smash
zal kapotslaan
he/she/it will smash
zullen kapotslaan
we will smash
zullen kapotslaan
you all will smash
zullen kapotslaan
they will smash
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou kapotslaan
I would smash
zou kapotslaan
you would smash
zou kapotslaan
he/she/it would smash
zouden kapotslaan
we would smash
zouden kapotslaan
you all would smash
zouden kapotslaan
they would smash
Subjunctive mood
sla kapot
I smash
sla kapot
you smash
sla kapot
he/she/it smash
sla kapot
we smash
sla kapot
you all smash
sla kapot
they smash
Past perfect tense
had kapotgeslagen
I had smashed
had kapotgeslagen
you had smashed
had kapotgeslagen
he/she/it had smashed
hadden kapotgeslagen
we had smashed
hadden kapotgeslagen
you all had smashed
hadden kapotgeslagen
they had smashed
Future perf.
zal kapotgeslagen hebben
I will have smashed
zal kapotgeslagen hebben
you will have smashed
zal kapotgeslagen hebben
he/she/it will have smashed
zullen kapotgeslagen hebben
we will have smashed
zullen kapotgeslagen hebben
you all will have smashed
zullen kapotgeslagen hebben
they will have smashed
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou kapotgeslagen hebben
I would have smashed
zou kapotgeslagen hebben
you would have smashed
zou kapotgeslagen hebben
he/she/it would have smashed
zouden kapotgeslagen hebben
we would have smashed
zouden kapotgeslagen hebben
you all would have smashed
zouden kapotgeslagen hebben
they would have smashed
Present bijzin tense
kapotsla
I smash
kapotslaat
you smash
kapotslaat
he/she/it smashes
kapotslaan
we smash
kapotslaan
you all smash
kapotslaan
they smash
Past bijzin tense
kapotsloeg
I smashed
kapotsloeg
you smashed
kapotsloeg
he/she/it smashed
kapotsloegen
we smashed
kapotsloegen
you all smashed
kapotsloegen
they smashed
Future bijzin tense
zal kapotslaan
I will smash
zult kapotslaan
you will smash
zal kapotslaan
he/she/it will smash
zullen kapotslaan
we will smash
zullen kapotslaan
you all will smash
zullen kapotslaan
they will smash
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou kapotslaan
I would smash
zou kapotslaan
you would smash
zou kapotslaan
he/she/it would smash
zouden kapotslaan
we would smash
zouden kapotslaan
you all would smash
zouden kapotslaan
they would smash
Subjunctive bijzin mood
kapotsla
I smash
kapotsla
you smash
kapotsla
he/she/it smash
kapotsla
we smash
kapotsla
you all smash
kapotsla
they smash
Du
Ihr
Imperative mood
sla kapot
smash
slaat kapot
smash

Examples of kapotslaan

Example in DutchTranslation in English
- laten we uitgaan en alles kapotslaan! - [ verbrijzelt ]Let's go out and smash everything!
Als je nieuwe bestelt, laten we die ook kapotslaan.And if you order another shipment, we'll have them smashed, too.
Een paar krachtpatsers op 'm afsturen en z'n knieën kapotslaan?To send some bruisers to smash his knee caps?
Gelukkig wist ze niet wat ze moest kapotslaan.Thank God she didn't know what to smash.
Ik ga alles kapotslaan !I'll smash everything you have.
Als zij deze plek hadden kapotgeslagen, kon hij ontdekt worden.Exactly. If they smashed this place up, He could have been discovered.
De Andorianen hebben onze communicators kapotgeslagen.The Andorians smashed our communicators.
De kleine rotzakken hebben hem kapotgeslagen.Little bastards smashed it all up.
Het hoofd van m'n vriendin is tegen die muur kapotgeslagen.That wall back there... my friend smashed her head open on it.
Het zelfmoordbriefje wordt geschreven en de spiegel opzettelijk kapotgeslagen.The suicide note of one word is easily forged and the mirror deliberately smashed.
Als ik deze buisjes kapotsla, ontstaat er 'n gifgas.I need only smash these vials together to create a poisonous gas in this room.
We hebben een video van vlak bij de geldkamer. Vlak voordat de man in de bivakmuts de camera kapotslaat lijkt het alsof hij met iemand praat die hem vertelt waar de camera is.You know we got this video here and near the money room right before the guy with the ski mask looks up and he smashes the surveillance camera, it's like he's talking to someone.
Speelde cello totdat iemand die kapotsloeg.- Hey, Dobbs. Used to play the cello till somebody smashed it.
Zijn manschappen zeiden dat toen hij op het slagveld stierf hij zijn horloge op een steen kapotsloeg zodat zijn zoon zou weten hoe laat en hoe dapper hij was gestorven.The men in his battalion said that when General Vidal died on the battlefield, he smashed his watch on a rock so that his son would know the exact hour and minute of his death. So he would know how a brave man dies.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'smash':

None found.
Learning languages?