Dutch
Afrikaans
Albanian
Arabic
Azeri
Basque
Catalan
Danish
Dutch
English
Esperanto
Estonian
Faroese
Finnish verbs
Finnish adjectives
Finnish nouns
French
German
Hawaiian
Hebrew
Hungarian
Icelandic
Indonesian
Italian
Japanese
Latvian
Lithuanian
Macedonian
Malay
Maltese
Maori
Modern Greek
Norwegian
Persian
Polish
Portuguese
Quechua
Romanian
Russian verbs
Russian adjectives
Russian nouns
Spanish
Swedish
Thai
Turkish
Vietnamese
Search
Quick navigation...
Dutch Cooljugator home
List of Dutch verbs
Submit feedback
About Cooljugator
Cooljugator blog
Cooljugator home
Kanonneren (to cannon) conjugation
Dutch
1 examples
Conjugation of kanonneren
Translation
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
kanonneer
I cannon
kanonneert
you cannon
kanonneert
he/she/it cannons
kanonneren
we cannon
kanonneren
you all cannon
kanonneren
they cannon
Present perfect tense
heb gekanonneerd
I have cannoned
hebt gekanonneerd
you have cannoned
heeft gekanonneerd
he/she/it has cannoned
hebben gekanonneerd
we have cannoned
hebben gekanonneerd
you all have cannoned
hebben gekanonneerd
they have cannoned
Past tense
kanonneerde
I cannoned
kanonneerde
you cannoned
kanonneerde
he/she/it cannoned
kanonneerden
we cannoned
kanonneerden
you all cannoned
kanonneerden
they cannoned
Future tense
zal kanonneren
I will cannon
zult kanonneren
you will cannon
zal kanonneren
he/she/it will cannon
zullen kanonneren
we will cannon
zullen kanonneren
you all will cannon
zullen kanonneren
they will cannon
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou kanonneren
I would cannon
zou kanonneren
you would cannon
zou kanonneren
he/she/it would cannon
zouden kanonneren
we would cannon
zouden kanonneren
you all would cannon
zouden kanonneren
they would cannon
Subjunctive mood
kanonnere
I cannon
kanonnere
you cannon
kanonnere
he/she/it cannon
kanonnere
we cannon
kanonnere
you all cannon
kanonnere
they cannon
Past perfect tense
had gekanonneerd
I had cannoned
had gekanonneerd
you had cannoned
had gekanonneerd
he/she/it had cannoned
hadden gekanonneerd
we had cannoned
hadden gekanonneerd
you all had cannoned
hadden gekanonneerd
they had cannoned
Future perf.
zal gekanonneerd hebben
I will have cannoned
zal gekanonneerd hebben
you will have cannoned
zal gekanonneerd hebben
he/she/it will have cannoned
zullen gekanonneerd hebben
we will have cannoned
zullen gekanonneerd hebben
you all will have cannoned
zullen gekanonneerd hebben
they will have cannoned
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gekanonneerd hebben
I would have cannoned
zou gekanonneerd hebben
you would have cannoned
zou gekanonneerd hebben
he/she/it would have cannoned
zouden gekanonneerd hebben
we would have cannoned
zouden gekanonneerd hebben
you all would have cannoned
zouden gekanonneerd hebben
they would have cannoned
Du
Ihr
Imperative mood
kanonneer
cannon
kanonneert
cannon
Examples of kanonneren
Example in Dutch
Translation in English
Ik ben de kanonneer.
I'm the cannoneer.
More Dutch verbs
Related
Not found
We have none.
Similar
Not found
We have none.
Similar but longer
kantonneren
billet
Random
inzuigen
suck
kaatsen
card games
kabelen
do
kafferen
rage
kaken
cackle
kalfateren
caulk
kalibreren
caulk
kanoën
canoe
kantelen
tilt
kekkeren
do
Other Dutch verbs with the meaning similar to 'cannon':
None found.
'Cannon' in different languages
Language
Verb(s)
Language
Verb(s)
English
cannon
Finnish
tykittää
Italian
carambolare
Polish
karambolować
Learning languages?
Try Interlinear