Kandelaren (to do) conjugation

Dutch
6 examples

Conjugation of kandelaren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
kandelaar
I do
kandelaart
you do
kandelaart
he/she/it does
kandelaren
we do
kandelaren
you all do
kandelaren
they do
Present perfect tense
heb gekandelaard
I have done
hebt gekandelaard
you have done
heeft gekandelaard
he/she/it has done
hebben gekandelaard
we have done
hebben gekandelaard
you all have done
hebben gekandelaard
they have done
Past tense
kandelaarde
I did
kandelaarde
you did
kandelaarde
he/she/it did
kandelaarden
we did
kandelaarden
you all did
kandelaarden
they did
Future tense
zal kandelaren
I will do
zult kandelaren
you will do
zal kandelaren
he/she/it will do
zullen kandelaren
we will do
zullen kandelaren
you all will do
zullen kandelaren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou kandelaren
I would do
zou kandelaren
you would do
zou kandelaren
he/she/it would do
zouden kandelaren
we would do
zouden kandelaren
you all would do
zouden kandelaren
they would do
Subjunctive mood
kandelare
I do
kandelare
you do
kandelare
he/she/it do
kandelare
we do
kandelare
you all do
kandelare
they do
Past perfect tense
had gekandelaard
I had done
had gekandelaard
you had done
had gekandelaard
he/she/it had done
hadden gekandelaard
we had done
hadden gekandelaard
you all had done
hadden gekandelaard
they had done
Future perf.
zal gekandelaard hebben
I will have done
zal gekandelaard hebben
you will have done
zal gekandelaard hebben
he/she/it will have done
zullen gekandelaard hebben
we will have done
zullen gekandelaard hebben
you all will have done
zullen gekandelaard hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gekandelaard hebben
I would have done
zou gekandelaard hebben
you would have done
zou gekandelaard hebben
he/she/it would have done
zouden gekandelaard hebben
we would have done
zouden gekandelaard hebben
you all would have done
zouden gekandelaard hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
kandelaar
do
kandelaart
do

Examples of kandelaren

Example in DutchTranslation in English
Ik geloof niet in maagden of heilige kandelaren, maar ik geloof in Spanje.I don't believe in virgins or holy candles, but I believe in Spain.
- Ik raakte hem met de kandelaar, en hij ging nogal hard neer.Yeah, I-I hit him with the candlestick, and... - he went down pretty hard.
- alles is er, barones. Tot de laatste kandelaar.- It's all here, Baroness right down to the very last candlestick.
Constance, jij stond bij de erker met een kandelaar.Constance, you were by the bay windows... holding the candlesticks.
Een fotolijstje, een kandelaar en een onderleggertje.Mm, a picture frame, a silver candlestick, an old lace doily.
Het is Constance, je stond bij de erker met een kandelaar.No, Rusty. It's, "Constance... "you were standing by the bay window...

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?