Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Italianiseren (to do) conjugation

Dutch

Conjugation of italianiseren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
italianiseer
I do
italianiseert
you do
italianiseert
he/she/it does
italianiseren
we do
italianiseren
you all do
italianiseren
they do
Present perfect tense
heb geïtalianiseerd
I have done
hebt geïtalianiseerd
you have done
heeft geïtalianiseerd
he/she/it has done
hebben geïtalianiseerd
we have done
hebben geïtalianiseerd
you all have done
hebben geïtalianiseerd
they have done
Past tense
italianiseerde
I did
italianiseerde
you did
italianiseerde
he/she/it did
italianiseerden
we did
italianiseerden
you all did
italianiseerden
they did
Future tense
zal italianiseren
I will do
zult italianiseren
you will do
zal italianiseren
he/she/it will do
zullen italianiseren
we will do
zullen italianiseren
you all will do
zullen italianiseren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou italianiseren
I would do
zou italianiseren
you would do
zou italianiseren
he/she/it would do
zouden italianiseren
we would do
zouden italianiseren
you all would do
zouden italianiseren
they would do
Subjunctive mood
italianisere
I do
italianisere
you do
italianisere
he/she/it do
italianisere
we do
italianisere
you all do
italianisere
they do
Past perfect tense
had geïtalianiseerd
I had done
had geïtalianiseerd
you had done
had geïtalianiseerd
he/she/it had done
hadden geïtalianiseerd
we had done
hadden geïtalianiseerd
you all had done
hadden geïtalianiseerd
they had done
Future perf.
zal geïtalianiseerd hebben
I will have done
zal geïtalianiseerd hebben
you will have done
zal geïtalianiseerd hebben
he/she/it will have done
zullen geïtalianiseerd hebben
we will have done
zullen geïtalianiseerd hebben
you all will have done
zullen geïtalianiseerd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geïtalianiseerd hebben
I would have done
zou geïtalianiseerd hebben
you would have done
zou geïtalianiseerd hebben
he/she/it would have done
zouden geïtalianiseerd hebben
we would have done
zouden geïtalianiseerd hebben
you all would have done
zouden geïtalianiseerd hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
italianiseer
do
italianiseert
do

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

inspreken
record
inzagen
do
inzijpelen
do
inzuigen
suck
ioniseren
do
islamiseren
irritate
isomeriseren
do
itereren
do
janken
lament
joggelen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.