Dutch
Afrikaans
Albanian
Arabic
Azeri
Basque
Catalan
Danish
Dutch
English
Esperanto
Estonian
Faroese
Finnish
Finnish adjectives
Finnish nouns
French
German
Greek
Hawaiian
Hebrew
Hungarian
Icelandic
Indonesian
Italian
Japanese
Latvian
Lithuanian
Macedonian
Malay
Maltese
Maori
Norwegian
Persian
Polish
Portuguese
Quechua
Romanian
Russian
Russian adjectives
Russian nouns
Spanish
Swedish
Thai
Turkish
Vietnamese
Etymology
Blog
Dutch
Afrikaans
Albanian
Arabic
Azeri
Basque
Catalan
Danish
Dutch
English
Esperanto
Estonian
Faroese
Finnish
Finnish adjectives
Finnish nouns
French
German
Greek
Hawaiian
Hebrew
Hungarian
Icelandic
Indonesian
Italian
Japanese
Latvian
Lithuanian
Macedonian
Malay
Maltese
Maori
Norwegian
Persian
Polish
Portuguese
Quechua
Romanian
Russian
Russian adjectives
Russian nouns
Spanish
Swedish
Thai
Turkish
Vietnamese
Etymology
Blog
Speak any language with confidence
Take our quick quiz to start your journey to fluency today!
Get started
Conjugate
Internationaliseren (to do) conjugation
Dutch
Display translations
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
internationaliseer
I do
internationaliseert
you do
internationaliseert
he/she/it does
internationaliseren
we do
internationaliseren
you all do
internationaliseren
they do
Present perfect tense
heb geïnternationaliseerd
I have done
hebt geïnternationaliseerd
you have done
heeft geïnternationaliseerd
he/she/it has done
hebben geïnternationaliseerd
we have done
hebben geïnternationaliseerd
you all have done
hebben geïnternationaliseerd
they have done
Past tense
internationaliseerde
I did
internationaliseerde
you did
internationaliseerde
he/she/it did
internationaliseerden
we did
internationaliseerden
you all did
internationaliseerden
they did
Future tense
zal internationaliseren
I will do
zult internationaliseren
you will do
zal internationaliseren
he/she/it will do
zullen internationaliseren
we will do
zullen internationaliseren
you all will do
zullen internationaliseren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou internationaliseren
I would do
zou internationaliseren
you would do
zou internationaliseren
he/she/it would do
zouden internationaliseren
we would do
zouden internationaliseren
you all would do
zouden internationaliseren
they would do
Subjunctive mood
internationalisere
I do
internationalisere
you do
internationalisere
he/she/it do
internationalisere
we do
internationalisere
you all do
internationalisere
they do
Past perfect tense
had geïnternationaliseerd
I had done
had geïnternationaliseerd
you had done
had geïnternationaliseerd
he/she/it had done
hadden geïnternationaliseerd
we had done
hadden geïnternationaliseerd
you all had done
hadden geïnternationaliseerd
they had done
Future perf.
zal geïnternationaliseerd hebben
I will have done
zal geïnternationaliseerd hebben
you will have done
zal geïnternationaliseerd hebben
he/she/it will have done
zullen geïnternationaliseerd hebben
we will have done
zullen geïnternationaliseerd hebben
you all will have done
zullen geïnternationaliseerd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geïnternationaliseerd hebben
I would have done
zou geïnternationaliseerd hebben
you would have done
zou geïnternationaliseerd hebben
he/she/it would have done
zouden geïnternationaliseerd hebben
we would have done
zouden geïnternationaliseerd hebben
you all would have done
zouden geïnternationaliseerd hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
internationaliseer
do
internationaliseert
do
More Dutch verbs
Related
Not found
We have none.
Similar
Not found
We have none.
Similar but longer
Not found
We have none.
Random
insmeren
smear
insmijten
do
instormen
do
intanden
do
intekenen
subscribe
internaliseren
do
interneren
intern
interviewen
interview
intrekken
withdraw
invangen
entrap
Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':
None found.