Interliniëren (to interline) conjugation

Dutch

Conjugation of eiti

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
interlinieer
I interline
interlinieert
you interline
interlinieert
he/she/it interlines
interliniëren
we interline
interliniëren
you all interline
interliniëren
they interline
Present perfect tense
heb geïnterlinieerd
I have interlined
hebt geïnterlinieerd
you have interlined
heeft geïnterlinieerd
he/she/it has interlined
hebben geïnterlinieerd
we have interlined
hebben geïnterlinieerd
you all have interlined
hebben geïnterlinieerd
they have interlined
Past tense
interlinieerde
I interlined
interlinieerde
you interlined
interlinieerde
he/she/it interlined
interlinieerden
we interlined
interlinieerden
you all interlined
interlinieerden
they interlined
Future tense
zal interliniëren
I will interline
zult interliniëren
you will interline
zal interliniëren
he/she/it will interline
zullen interliniëren
we will interline
zullen interliniëren
you all will interline
zullen interliniëren
they will interline
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou interliniëren
I would interline
zou interliniëren
you would interline
zou interliniëren
he/she/it would interline
zouden interliniëren
we would interline
zouden interliniëren
you all would interline
zouden interliniëren
they would interline
Subjunctive mood
interliniëre
I interline
interliniëre
you interline
interliniëre
he/she/it interline
interliniëre
we interline
interliniëre
you all interline
interliniëre
they interline
Past perfect tense
had geïnterlinieerd
I had interlined
had geïnterlinieerd
you had interlined
had geïnterlinieerd
he/she/it had interlined
hadden geïnterlinieerd
we had interlined
hadden geïnterlinieerd
you all had interlined
hadden geïnterlinieerd
they had interlined
Future perf.
zal geïnterlinieerd hebben
I will have interlined
zal geïnterlinieerd hebben
you will have interlined
zal geïnterlinieerd hebben
he/she/it will have interlined
zullen geïnterlinieerd hebben
we will have interlined
zullen geïnterlinieerd hebben
you all will have interlined
zullen geïnterlinieerd hebben
they will have interlined
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geïnterlinieerd hebben
I would have interlined
zou geïnterlinieerd hebben
you would have interlined
zou geïnterlinieerd hebben
he/she/it would have interlined
zouden geïnterlinieerd hebben
we would have interlined
zouden geïnterlinieerd hebben
you all would have interlined
zouden geïnterlinieerd hebben
they would have interlined
Du
Ihr
Imperative mood
interlinieer
interline
interlinieert
interline

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

interveniëren
intervene

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'interline':

None found.
Learning languages?