Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Interfereren (to interfere) conjugation

Dutch
10 examples

Conjugation of interfereren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
interfereer
I interfere
interfereert
you interfere
interfereert
he/she/it interferes
interfereren
we interfere
interfereren
you all interfere
interfereren
they interfere
Present perfect tense
heb geïnterfereerd
I have interfered
hebt geïnterfereerd
you have interfered
heeft geïnterfereerd
he/she/it has interfered
hebben geïnterfereerd
we have interfered
hebben geïnterfereerd
you all have interfered
hebben geïnterfereerd
they have interfered
Past tense
interfereerde
I interfered
interfereerde
you interfered
interfereerde
he/she/it interfered
interfereerden
we interfered
interfereerden
you all interfered
interfereerden
they interfered
Future tense
zal interfereren
I will interfere
zult interfereren
you will interfere
zal interfereren
he/she/it will interfere
zullen interfereren
we will interfere
zullen interfereren
you all will interfere
zullen interfereren
they will interfere
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou interfereren
I would interfere
zou interfereren
you would interfere
zou interfereren
he/she/it would interfere
zouden interfereren
we would interfere
zouden interfereren
you all would interfere
zouden interfereren
they would interfere
Subjunctive mood
interferere
I interfere
interferere
you interfere
interferere
he/she/it interfere
interferere
we interfere
interferere
you all interfere
interferere
they interfere
Past perfect tense
had geïnterfereerd
I had interfered
had geïnterfereerd
you had interfered
had geïnterfereerd
he/she/it had interfered
hadden geïnterfereerd
we had interfered
hadden geïnterfereerd
you all had interfered
hadden geïnterfereerd
they had interfered
Future perf.
zal geïnterfereerd hebben
I will have interfered
zal geïnterfereerd hebben
you will have interfered
zal geïnterfereerd hebben
he/she/it will have interfered
zullen geïnterfereerd hebben
we will have interfered
zullen geïnterfereerd hebben
you all will have interfered
zullen geïnterfereerd hebben
they will have interfered
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geïnterfereerd hebben
I would have interfered
zou geïnterfereerd hebben
you would have interfered
zou geïnterfereerd hebben
he/she/it would have interfered
zouden geïnterfereerd hebben
we would have interfered
zouden geïnterfereerd hebben
you all would have interfered
zouden geïnterfereerd hebben
they would have interfered
Du
Ihr
Imperative mood
interfereer
interfere
interfereert
interfere

Examples of interfereren

Example in DutchTranslation in English
" Ik heb betere ideeën over hoe ze kunnen interfereren in mijn zaken ""I have better ideas of how she could interfere in my affairs."
Als we interfereren met de behandeling, kan elk van zijn patiënten ons vervolgen.If we interfere with treatment, any one of his patients could sue us.
Dan zouden ze nooit met elkaar kunnen interfereren.There is no way they could interfere with each other.
Het "Kelbonite" in de heuvels zal interfereren met hun transporteurs. En als ze ons van onze voorraden afsnijden, gebruiken we de stoor-zenders als compensatie.These veins of kelbonite running through the hills will interfere with their transporters, and when the terrain forces us away from the deposits, then we'll use transport inhibitors as a compensation.
Het elektromagnetische veld van een microfoon... kan interfereren... met een mobiele telefoon.The electromagnetic field of a microphone... can interfere... with a cell phone.
Als dit interfereert met uw plannen voor de namiddag, Ik stel voor dat u dat regelt.If this interferes with any plans you've made for the afternoon, I suggest you make some calls.
De enkele elektron vertrekt als deeltje wordt een golf van potentiëlen... gaat door beide gaten en interfereert met zichzelf... om de achterwand als een deeltje te raken.The single electron leaves as a particle... becomes a wave of potentials... goes through both slits... and interferes with itself... to hit the wall like a particle. But mathematically, it's even stranger.
De meest complexe muziek interfereert net genoeg met het boek om het onbetrouwbaar te maken, en daarmee waardeloos.Most complex music just interferes enough with the book to make it unreliable and, so, useless.
En dat interfereert met het functioneren van de hersenen, dat wij door het hele land zien.And that interferes with brain functioning, that is what we are seeing nationwide.
Het groeit achter muren, interfereert met de structuur van het huis, het elektrische systeem.Um, it grows behind walls, interferes with the structure of the house, the electrical system.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'interfere':

None found.