Intellectualiseren (to intellectualize) conjugation

Dutch
2 examples

Conjugation of intellectualiseren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
intellectualiseer
I intellectualize
intellectualiseert
you intellectualize
intellectualiseert
he/she/it intellectualizes
intellectualiseren
we intellectualize
intellectualiseren
you all intellectualize
intellectualiseren
they intellectualize
Present perfect tense
heb geïntellectualiseerd
I have intellectualized
hebt geïntellectualiseerd
you have intellectualized
heeft geïntellectualiseerd
he/she/it has intellectualized
hebben geïntellectualiseerd
we have intellectualized
hebben geïntellectualiseerd
you all have intellectualized
hebben geïntellectualiseerd
they have intellectualized
Past tense
intellectualiseerde
I intellectualized
intellectualiseerde
you intellectualized
intellectualiseerde
he/she/it intellectualized
intellectualiseerden
we intellectualized
intellectualiseerden
you all intellectualized
intellectualiseerden
they intellectualized
Future tense
zal intellectualiseren
I will intellectualize
zult intellectualiseren
you will intellectualize
zal intellectualiseren
he/she/it will intellectualize
zullen intellectualiseren
we will intellectualize
zullen intellectualiseren
you all will intellectualize
zullen intellectualiseren
they will intellectualize
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou intellectualiseren
I would intellectualize
zou intellectualiseren
you would intellectualize
zou intellectualiseren
he/she/it would intellectualize
zouden intellectualiseren
we would intellectualize
zouden intellectualiseren
you all would intellectualize
zouden intellectualiseren
they would intellectualize
Subjunctive mood
intellectualisere
I intellectualize
intellectualisere
you intellectualize
intellectualisere
he/she/it intellectualize
intellectualisere
we intellectualize
intellectualisere
you all intellectualize
intellectualisere
they intellectualize
Past perfect tense
had geïntellectualiseerd
I had intellectualized
had geïntellectualiseerd
you had intellectualized
had geïntellectualiseerd
he/she/it had intellectualized
hadden geïntellectualiseerd
we had intellectualized
hadden geïntellectualiseerd
you all had intellectualized
hadden geïntellectualiseerd
they had intellectualized
Future perf.
zal geïntellectualiseerd hebben
I will have intellectualized
zal geïntellectualiseerd hebben
you will have intellectualized
zal geïntellectualiseerd hebben
he/she/it will have intellectualized
zullen geïntellectualiseerd hebben
we will have intellectualized
zullen geïntellectualiseerd hebben
you all will have intellectualized
zullen geïntellectualiseerd hebben
they will have intellectualized
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geïntellectualiseerd hebben
I would have intellectualized
zou geïntellectualiseerd hebben
you would have intellectualized
zou geïntellectualiseerd hebben
he/she/it would have intellectualized
zouden geïntellectualiseerd hebben
we would have intellectualized
zouden geïntellectualiseerd hebben
you all would have intellectualized
zouden geïntellectualiseerd hebben
they would have intellectualized
Du
Ihr
Imperative mood
intellectualiseer
intellectualize
intellectualiseert
intellectualize

Examples of intellectualiseren

Example in DutchTranslation in English
Het maakt niet uit, hoe je het wil intellectualiseren.It doesn't matter how you intellectualize it.
We missen het leven als we alles maar gaan intellectualiseren.We can miss out on life if we intellectualize stuff too much.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

inhullen
do
inprikken
punch
inspelen
do
institutionaliseren
institutionalize
instrueren
instruct
intekenen
subscribe
intenderen
do
intuigen
harness
inunderen
flood
inventariseren
infight

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'intellectualize':

None found.
Learning languages?