Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Insemineren (to tip off) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
insemineer
insemineert
insemineert
insemineren
insemineren
insemineren
Present perfect tense
heb geïnsemineerd
hebt geïnsemineerd
heeft geïnsemineerd
hebben geïnsemineerd
hebben geïnsemineerd
hebben geïnsemineerd
Past tense
insemineerde
insemineerde
insemineerde
insemineerden
insemineerden
insemineerden
Future tense
zal insemineren
zult insemineren
zal insemineren
zullen insemineren
zullen insemineren
zullen insemineren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou insemineren
zou insemineren
zou insemineren
zouden insemineren
zouden insemineren
zouden insemineren
Subjunctive mood
inseminere
inseminere
inseminere
inseminere
inseminere
inseminere
Past perfect tense
had geïnsemineerd
had geïnsemineerd
had geïnsemineerd
hadden geïnsemineerd
hadden geïnsemineerd
hadden geïnsemineerd
Future perf.
zal geïnsemineerd hebben
zal geïnsemineerd hebben
zal geïnsemineerd hebben
zullen geïnsemineerd hebben
zullen geïnsemineerd hebben
zullen geïnsemineerd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geïnsemineerd hebben
zou geïnsemineerd hebben
zou geïnsemineerd hebben
zouden geïnsemineerd hebben
zouden geïnsemineerd hebben
zouden geïnsemineerd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
insemineer
insemineert

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

inlossen
redeem
inrijden
run in
inschatten
assess
inscherpen
do
inseinen
tip off
insijpelen
do
insneeuwen
snow facilities
insnuiven
sniff
instampen
do
instijgen
step in

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'tip off':

None found.