Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Inroosteren (to schedule) conjugation

Dutch
13 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
rooster in
roostert in
roostert in
roosteren in
roosteren in
roosteren in
Present perfect tense
heb ingeroosterd
hebt ingeroosterd
heeft ingeroosterd
hebben ingeroosterd
hebben ingeroosterd
hebben ingeroosterd
Past tense
roosterde in
roosterde in
roosterde in
roosterden in
roosterden in
roosterden in
Future tense
zal inroosteren
zult inroosteren
zal inroosteren
zullen inroosteren
zullen inroosteren
zullen inroosteren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou inroosteren
zou inroosteren
zou inroosteren
zouden inroosteren
zouden inroosteren
zouden inroosteren
Subjunctive mood
roostere in
roostere in
roostere in
roostere in
roostere in
roostere in
Past perfect tense
had ingeroosterd
had ingeroosterd
had ingeroosterd
hadden ingeroosterd
hadden ingeroosterd
hadden ingeroosterd
Future perf.
zal ingeroosterd hebben
zal ingeroosterd hebben
zal ingeroosterd hebben
zullen ingeroosterd hebben
zullen ingeroosterd hebben
zullen ingeroosterd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou ingeroosterd hebben
zou ingeroosterd hebben
zou ingeroosterd hebben
zouden ingeroosterd hebben
zouden ingeroosterd hebben
zouden ingeroosterd hebben
Present bijzin tense
inrooster
inroostert
inroostert
inroosteren
inroosteren
inroosteren
Past bijzin tense
inroosterde
inroosterde
inroosterde
inroosterden
inroosterden
inroosterden
Future bijzin tense
zal inroosteren
zult inroosteren
zal inroosteren
zullen inroosteren
zullen inroosteren
zullen inroosteren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou inroosteren
zou inroosteren
zou inroosteren
zouden inroosteren
zouden inroosteren
zouden inroosteren
Subjunctive bijzin mood
inroostere
inroostere
inroostere
inroostere
inroostere
inroostere
Du
Ihr
Imperative mood
rooster in
roostert in

Examples of inroosteren

Example in DutchTranslation in English
Dat kan je niet altijd inroosteren.You can't always schedule fun, Seven.
Met uw toestemming... zou ik meer schietoefeningen voor maandagavond inroosteren.With your permission... I'd like to schedule more target practice for Monday evening.
Misschien kun je me nu weer inroosteren?Maybe now you could put me back on the schedule, huh?
Een rooster in 't postkantoor?Are they putting up a schedule in the post office?
George's rooster in het casino geeft aan dat hij dagdienst had van dinsdag tot zaterdag, niet?- George's schedule at the casino-- they said the day shift Tuesday through Saturday, right?
Luister, ik had je hele rooster in mijn hoofd, zodat ik op de juiste plaats zou zijn, als je uit de klas kwam... en dat klinkt kruiperig, nu ik het hardop zeg.Look, I had your entire schedule memorized, so that I would be in the right place when I got outta class.. and that sounds creepy now that I say it out loud.
Met jouw rooster in het ziekenhuis en al je studies... heb je waarschijnlijk niet eens tijd voor die domme trouwerij.Yeah, but, Riley... With your schedule at the hospital and all your studying... you probably don't have time for silly wedding plans.
Alle drie werkten ze voor hem... en ze waren ook voor morgenmiddag ingeroosterd.All three women have worked for him as hostesses and they were scheduled to work an event for him tomorrow afternoon.
Doc, ik sta ingeroosterd voor het 12.00 tot 16.00 deel met Kerst.I'm scheduled to do the noon-to-four slot at Christmas.
Dr. Clark staat ingeroosterd voor vanochtend, maar hij is er niet.Dr. Clark is on my surgical rotation. He was scheduled to assist this morning. No show.
Dr. Karev... Uh, Mrs. Niles is ingeroosterd voor een mastectomy morgen.Dr. Karev, uh, Mrs. Niles is scheduled for a mastectomy tomorrow.
Erg belangrijk. Jij hebt het ingeroosterd.You're the one who scheduled it.
Ik bepaal zelf hoe ik m'n mensen inrooster.First of all, how I schedule my people is not your concern.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

inmeten
survey
inpalmen
pack up
inplannen
schedule
inrijgen
thread
inrollen
enroll
inruilen
schedule
inschoppen
do
inslapen
drop off
insluiken
do
insoppen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'schedule':

None found.