Inparkeren (to do) conjugation

Dutch
10 examples

Conjugation of inparkeren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
parkeer in
I do
parkeert in
you do
parkeert in
he/she/it does
parkeren in
we do
parkeren in
you all do
parkeren in
they do
Present perfect tense
heb ingeparkeerd
I have done
hebt ingeparkeerd
you have done
heeft ingeparkeerd
he/she/it has done
hebben ingeparkeerd
we have done
hebben ingeparkeerd
you all have done
hebben ingeparkeerd
they have done
Past tense
parkeerde in
I did
parkeerde in
you did
parkeerde in
he/she/it did
parkeerden in
we did
parkeerden in
you all did
parkeerden in
they did
Future tense
zal inparkeren
I will do
zult inparkeren
you will do
zal inparkeren
he/she/it will do
zullen inparkeren
we will do
zullen inparkeren
you all will do
zullen inparkeren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou inparkeren
I would do
zou inparkeren
you would do
zou inparkeren
he/she/it would do
zouden inparkeren
we would do
zouden inparkeren
you all would do
zouden inparkeren
they would do
Subjunctive mood
parkere in
I do
parkere in
you do
parkere in
he/she/it do
parkere in
we do
parkere in
you all do
parkere in
they do
Past perfect tense
had ingeparkeerd
I had done
had ingeparkeerd
you had done
had ingeparkeerd
he/she/it had done
hadden ingeparkeerd
we had done
hadden ingeparkeerd
you all had done
hadden ingeparkeerd
they had done
Future perf.
zal ingeparkeerd hebben
I will have done
zal ingeparkeerd hebben
you will have done
zal ingeparkeerd hebben
he/she/it will have done
zullen ingeparkeerd hebben
we will have done
zullen ingeparkeerd hebben
you all will have done
zullen ingeparkeerd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou ingeparkeerd hebben
I would have done
zou ingeparkeerd hebben
you would have done
zou ingeparkeerd hebben
he/she/it would have done
zouden ingeparkeerd hebben
we would have done
zouden ingeparkeerd hebben
you all would have done
zouden ingeparkeerd hebben
they would have done
Present bijzin tense
inparkeer
I do
inparkeert
you do
inparkeert
he/she/it does
inparkeren
we do
inparkeren
you all do
inparkeren
they do
Past bijzin tense
inparkeerde
I did
inparkeerde
you did
inparkeerde
he/she/it did
inparkeerden
we did
inparkeerden
you all did
inparkeerden
they did
Future bijzin tense
zal inparkeren
I will do
zult inparkeren
you will do
zal inparkeren
he/she/it will do
zullen inparkeren
we will do
zullen inparkeren
you all will do
zullen inparkeren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou inparkeren
I would do
zou inparkeren
you would do
zou inparkeren
he/she/it would do
zouden inparkeren
we would do
zouden inparkeren
you all would do
zouden inparkeren
they would do
Subjunctive bijzin mood
inparkere
I do
inparkere
you do
inparkere
he/she/it do
inparkere
we do
inparkere
you all do
inparkere
they do
Du
Ihr
Imperative mood
parkeer in
do
parkeert in
do

Examples of inparkeren

Example in DutchTranslation in English
- Ik, maar niet achteruit inparkeren.As long as I don't have to parallel park.
Hier inparkeren.Let's do a three-point turn right here.
Ik ben zo terug met de pionnen, en dan gaan we inparkeren.Be right back with the cones, and, uh, we'll do some parallel parking.
Je hebt inderdaad hulp nodig bij het 'inparkeren'.You do need some help with your parallel parking.
Zeker weten. Rij naar m'n villa en parkeer in m'n garage.Now why don't you point yourself toward my villa... and park this thing in my garage?
Aan de straat parkeren in het centrum is een nachtmerrie.Street parking downtown is a nightmare.
Ik denk dat het een slecht idee is om te parkeren in een ruimtestation met een lijk.I think it'd be a bad idea to dock at the space station with a dead body on board.
Ik kan niet parkeren in me garage, het huis zit vol met vliegen, omdat ze geen deuren dicht doet en we hebben de thermostaat oorlog van 1998 weer gestart.Well, I can't park in my garage, The house is full of flies 'cause she won't close a door, And we've restarted the thermostat wars of 1998.
Maar eerst moet je je auto parkeren in het bezoekers gedeelte, als een volwassenen.But first, I'm gonna need you to park your car in the visitors parking lot like a grown-up. You think you can do that?
Nog even zodat je weet hoe 't zal gaan wij parkeren in de nabijheid van Johnny Crowders bar, zo gauw we gereed zijn, geven we je een seintje.Here's the money. Just so you know how this is gonna go down we're gonna park in the vicinity of Johnny Crowder's bar, and as soon as we're in place, we'll give you a call, let you know.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

ineenvouwen
fold together
inhalen
catch up
inkaderen
do
inlijven
incorporate
inoliën
oil
inpalmen
pack up
inpassen
thread
inpolderen
impolder
inrijgen
thread
inrukken
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?