Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Inkochelen (to do) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
kochel in
kochelt in
kochelt in
kochelen in
kochelen in
kochelen in
Present perfect tense
heb ingekocheld
hebt ingekocheld
heeft ingekocheld
hebben ingekocheld
hebben ingekocheld
hebben ingekocheld
Past tense
kochelde in
kochelde in
kochelde in
kochelden in
kochelden in
kochelden in
Future tense
zal inkochelen
zult inkochelen
zal inkochelen
zullen inkochelen
zullen inkochelen
zullen inkochelen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou inkochelen
zou inkochelen
zou inkochelen
zouden inkochelen
zouden inkochelen
zouden inkochelen
Subjunctive mood
kochele in
kochele in
kochele in
kochele in
kochele in
kochele in
Past perfect tense
had ingekocheld
had ingekocheld
had ingekocheld
hadden ingekocheld
hadden ingekocheld
hadden ingekocheld
Future perf.
zal ingekocheld hebben
zal ingekocheld hebben
zal ingekocheld hebben
zullen ingekocheld hebben
zullen ingekocheld hebben
zullen ingekocheld hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou ingekocheld hebben
zou ingekocheld hebben
zou ingekocheld hebben
zouden ingekocheld hebben
zouden ingekocheld hebben
zouden ingekocheld hebben
Present bijzin tense
inkochel
inkochelt
inkochelt
inkochelen
inkochelen
inkochelen
Past bijzin tense
inkochelde
inkochelde
inkochelde
inkochelden
inkochelden
inkochelden
Future bijzin tense
zal inkochelen
zult inkochelen
zal inkochelen
zullen inkochelen
zullen inkochelen
zullen inkochelen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou inkochelen
zou inkochelen
zou inkochelen
zouden inkochelen
zouden inkochelen
zouden inkochelen
Subjunctive bijzin mood
inkochele
inkochele
inkochele
inkochele
inkochele
inkochele
Du
Ihr
Imperative mood
kochel in
kochelt in

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

indonderen
do
inhuren
do
initiëren
initiate
inklemmen
sandwich
inkloppen
pat
inkoken
boil down
inleiden
pickle
inlokken
lure you into
inmeten
survey
inoculeren
inoculate

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.