Conjugation
Etymology
Blog
Courses
Get a Dutch Tutor
Conjugation
Etymology
Blog
hulpverlenen
to do
Conjugation
Details
Looking for learning resources?
Study with our courses!
Get a full course →
Conjugation
of
hulpverlenen
Translation
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
verleen hulp
I do
verleent hulp
you do
verleent hulp
he/she/it does
verlenen hulp
we do
verlenen hulp
you all do
verlenen hulp
they do
Present perfect tense
heb hulpverleend
I have done
hebt hulpverleend
you have done
heeft hulpverleend
he/she/it has done
hebben hulpverleend
we have done
hebben hulpverleend
you all have done
hebben hulpverleend
they have done
Past tense
verleende hulp
I did
verleende hulp
you did
verleende hulp
he/she/it did
verleenden hulp
we did
verleenden hulp
you all did
verleenden hulp
they did
Future tense
zal hulpverlenen
I will do
zult hulpverlenen
you will do
zal hulpverlenen
he/she/it will do
zullen hulpverlenen
we will do
zullen hulpverlenen
you all will do
zullen hulpverlenen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou hulpverlenen
I would do
zou hulpverlenen
you would do
zou hulpverlenen
he/she/it would do
zouden hulpverlenen
we would do
zouden hulpverlenen
you all would do
zouden hulpverlenen
they would do
Subjunctive mood
verlene hulp
I do
verlene hulp
you do
verlene hulp
he/she/it do
verlene hulp
we do
verlene hulp
you all do
verlene hulp
they do
Past perfect tense
had hulpverleend
I had done
had hulpverleend
you had done
had hulpverleend
he/she/it had done
hadden hulpverleend
we had done
hadden hulpverleend
you all had done
hadden hulpverleend
they had done
Future perf.
zal hulpverleend hebben
I will have done
zal hulpverleend hebben
you will have done
zal hulpverleend hebben
he/she/it will have done
zullen hulpverleend hebben
we will have done
zullen hulpverleend hebben
you all will have done
zullen hulpverleend hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou hulpverleend hebben
I would have done
zou hulpverleend hebben
you would have done
zou hulpverleend hebben
he/she/it would have done
zouden hulpverleend hebben
we would have done
zouden hulpverleend hebben
you all would have done
zouden hulpverleend hebben
they would have done
Present bijzin tense
hulpverleen
I do
hulpverleent
you do
hulpverleent
he/she/it does
hulpverlenen
we do
hulpverlenen
you all do
hulpverlenen
they do
Past bijzin tense
hulpverleende
I did
hulpverleende
you did
hulpverleende
he/she/it did
hulpverleenden
we did
hulpverleenden
you all did
hulpverleenden
they did
Future bijzin tense
zal hulpverlenen
I will do
zult hulpverlenen
you will do
zal hulpverlenen
he/she/it will do
zullen hulpverlenen
we will do
zullen hulpverlenen
you all will do
zullen hulpverlenen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou hulpverlenen
I would do
zou hulpverlenen
you would do
zou hulpverlenen
he/she/it would do
zouden hulpverlenen
we would do
zouden hulpverlenen
you all would do
zouden hulpverlenen
they would do
Subjunctive bijzin mood
hulpverlene
I do
hulpverlene
you do
hulpverlene
he/she/it do
hulpverlene
we do
hulpverlene
you all do
hulpverlene
they do
Du
Ihr
Imperative mood
verleen hulp
do
verleent hulp
do
Further details about this page
LOCATION
Cooljugator
/
Dutch
/
hulpverlenen
Back to Top