Hooghouden (to uphold) conjugation

Dutch
7 examples

Conjugation of hooghouden

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
hou hoog
I uphold
houdt hoog
you uphold
houdt hoog
he/she/it upholds
houden hoog
we uphold
houden hoog
you all uphold
houden hoog
they uphold
Present perfect tense
heb hooggehouden
I have upheld
hebt hooggehouden
you have upheld
heeft hooggehouden
he/she/it has upheld
hebben hooggehouden
we have upheld
hebben hooggehouden
you all have upheld
hebben hooggehouden
they have upheld
Past tense
hield hoog
I upheld
hield hoog
you upheld
hield hoog
he/she/it upheld
hielden hoog
we upheld
hielden hoog
you all upheld
hielden hoog
they upheld
Future tense
zal hooghouden
I will uphold
zult hooghouden
you will uphold
zal hooghouden
he/she/it will uphold
zullen hooghouden
we will uphold
zullen hooghouden
you all will uphold
zullen hooghouden
they will uphold
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou hooghouden
I would uphold
zou hooghouden
you would uphold
zou hooghouden
he/she/it would uphold
zouden hooghouden
we would uphold
zouden hooghouden
you all would uphold
zouden hooghouden
they would uphold
Subjunctive mood
houde hoog
I uphold
houde hoog
you uphold
houde hoog
he/she/it uphold
houde hoog
we uphold
houde hoog
you all uphold
houde hoog
they uphold
Past perfect tense
had hooggehouden
I had upheld
had hooggehouden
you had upheld
had hooggehouden
he/she/it had upheld
hadden hooggehouden
we had upheld
hadden hooggehouden
you all had upheld
hadden hooggehouden
they had upheld
Future perf.
zal hooggehouden hebben
I will have upheld
zal hooggehouden hebben
you will have upheld
zal hooggehouden hebben
he/she/it will have upheld
zullen hooggehouden hebben
we will have upheld
zullen hooggehouden hebben
you all will have upheld
zullen hooggehouden hebben
they will have upheld
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou hooggehouden hebben
I would have upheld
zou hooggehouden hebben
you would have upheld
zou hooggehouden hebben
he/she/it would have upheld
zouden hooggehouden hebben
we would have upheld
zouden hooggehouden hebben
you all would have upheld
zouden hooggehouden hebben
they would have upheld
Present bijzin tense
hooghou
I uphold
hooghoudt
you uphold
hooghoudt
he/she/it upholds
hooghouden
we uphold
hooghouden
you all uphold
hooghouden
they uphold
Past bijzin tense
hooghield
I upheld
hooghield
you upheld
hooghield
he/she/it upheld
hooghielden
we upheld
hooghielden
you all upheld
hooghielden
they upheld
Future bijzin tense
zal hooghouden
I will uphold
zult hooghouden
you will uphold
zal hooghouden
he/she/it will uphold
zullen hooghouden
we will uphold
zullen hooghouden
you all will uphold
zullen hooghouden
they will uphold
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou hooghouden
I would uphold
zou hooghouden
you would uphold
zou hooghouden
he/she/it would uphold
zouden hooghouden
we would uphold
zouden hooghouden
you all would uphold
zouden hooghouden
they would uphold
Subjunctive bijzin mood
hooghoude
I uphold
hooghoude
you uphold
hooghoude
he/she/it uphold
hooghoude
we uphold
hooghoude
you all uphold
hooghoude
they uphold
Du
Ihr
Imperative mood
hou hoog
uphold
houdt hoog
uphold

Examples of hooghouden

Example in DutchTranslation in English
- De koning moet alle wetten hooghouden.The king must uphold all laws.
- Jij moet dan mijn naam hooghouden.- My name will be yours to uphold.
De hele wereld zal toekijken... hoe jullie onze traditie van sportiviteit hooghouden.The whole world looks upon you two fine athletes to uphold the great American tradition of sportsmanship.
Degenen die het Vaticaan steunen moeten de leerstellingen van het ware geloof hooghouden.Those who the Vatican support must uphold the tenets of the true faith.
En als nieuwe commandant, zal ik de waarden hooghouden... die haar tot zo'n goede en heldhaftige leider maakte.And as I take command of Pegasus, I pledge to uphold those values that made her such an effective and heroic leader.
Aan de Upper East Side, wordt die traditie hooggehouden, met een waardevolle oogst van geheimen, leugens en schandalen.On the upper east side, that tradition is upheld with a bountiful harvest of secrets, lies and scandals.
Hoe je de naam Borgia hooghield en de eer van onze familie berschermde.How you upheld the name of Borgia and protected the honour of our family.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

omhooghouden
hold up

Random

heractiveren
reactivate
herkapitaliseren
recapitalize
hevelen
siphon
hikken
hiccup
honken
do
hoogachten
pay
hoogschatten
high estimate
huldigen
honour
humaniseren
do
hydreren
hydrate

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'uphold':

None found.
Learning languages?