Hongerlijden (to be hungry) conjugation

Dutch

Conjugation of hongerlijden

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
lijd honger
I am hungry
lijdt honger
you are hungry
lijdt honger
he/she/it is hungry
lijden honger
we are hungry
lijden honger
you all are hungry
lijden honger
they are hungry
Present perfect tense
heb hongergeleden
I have been hungry
hebt hongergeleden
you have been hungry
heeft hongergeleden
he/she/it has been hungry
hebben hongergeleden
we have been hungry
hebben hongergeleden
you all have been hungry
hebben hongergeleden
they have been hungry
Past tense
leed honger
I was hungry
leed honger
you were hungry
leed honger
he/she/it was hungry
leden honger
we were hungry
leden honger
you all were hungry
leden honger
they were hungry
Future tense
zal hongerlijden
I will be hungry
zult hongerlijden
you will be hungry
zal hongerlijden
he/she/it will be hungry
zullen hongerlijden
we will be hungry
zullen hongerlijden
you all will be hungry
zullen hongerlijden
they will be hungry
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou hongerlijden
I would be hungry
zou hongerlijden
you would be hungry
zou hongerlijden
he/she/it would be hungry
zouden hongerlijden
we would be hungry
zouden hongerlijden
you all would be hungry
zouden hongerlijden
they would be hungry
Subjunctive mood
lijde honger
I am hungry
lijde honger
you are hungry
lijde honger
he/she/it be hungry
lijde honger
we are hungry
lijde honger
you all are hungry
lijde honger
they are hungry
Past perfect tense
had hongergeleden
I had been hungry
had hongergeleden
you had been hungry
had hongergeleden
he/she/it had been hungry
hadden hongergeleden
we had been hungry
hadden hongergeleden
you all had been hungry
hadden hongergeleden
they had been hungry
Future perf.
zal hongergeleden hebben
I will have been hungry
zal hongergeleden hebben
you will have been hungry
zal hongergeleden hebben
he/she/it will have been hungry
zullen hongergeleden hebben
we will have been hungry
zullen hongergeleden hebben
you all will have been hungry
zullen hongergeleden hebben
they will have been hungry
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou hongergeleden hebben
I would have been hungry
zou hongergeleden hebben
you would have been hungry
zou hongergeleden hebben
he/she/it would have been hungry
zouden hongergeleden hebben
we would have been hungry
zouden hongergeleden hebben
you all would have been hungry
zouden hongergeleden hebben
they would have been hungry
Present bijzin tense
hongerlijd
I am hungry
hongerlijdt
you are hungry
hongerlijdt
he/she/it is hungry
hongerlijden
we are hungry
hongerlijden
you all are hungry
hongerlijden
they are hungry
Past bijzin tense
hongerleed
I was hungry
hongerleed
you were hungry
hongerleed
he/she/it was hungry
hongerleden
we were hungry
hongerleden
you all were hungry
hongerleden
they were hungry
Future bijzin tense
zal hongerlijden
I will be hungry
zult hongerlijden
you will be hungry
zal hongerlijden
he/she/it will be hungry
zullen hongerlijden
we will be hungry
zullen hongerlijden
you all will be hungry
zullen hongerlijden
they will be hungry
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou hongerlijden
I would be hungry
zou hongerlijden
you would be hungry
zou hongerlijden
he/she/it would be hungry
zouden hongerlijden
we would be hungry
zouden hongerlijden
you all would be hungry
zouden hongerlijden
they would be hungry
Subjunctive bijzin mood
hongerlijde
I am hungry
hongerlijde
you are hungry
hongerlijde
he/she/it be hungry
hongerlijde
we are hungry
hongerlijde
you all are hungry
hongerlijde
they are hungry
Du
Ihr
Imperative mood
lijd honger
be hungry
lijdt hong
be hungry

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'be hungry':

None found.
Learning languages?