Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Homogeniseren (to run) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
homogeniseer
homogeniseert
homogeniseert
homogeniseren
homogeniseren
homogeniseren
Present perfect tense
heb gehomogeniseerd
hebt gehomogeniseerd
heeft gehomogeniseerd
hebben gehomogeniseerd
hebben gehomogeniseerd
hebben gehomogeniseerd
Past tense
homogeniseerde
homogeniseerde
homogeniseerde
homogeniseerden
homogeniseerden
homogeniseerden
Future tense
zal homogeniseren
zult homogeniseren
zal homogeniseren
zullen homogeniseren
zullen homogeniseren
zullen homogeniseren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou homogeniseren
zou homogeniseren
zou homogeniseren
zouden homogeniseren
zouden homogeniseren
zouden homogeniseren
Subjunctive mood
homogenisere
homogenisere
homogenisere
homogenisere
homogenisere
homogenisere
Past perfect tense
had gehomogeniseerd
had gehomogeniseerd
had gehomogeniseerd
hadden gehomogeniseerd
hadden gehomogeniseerd
hadden gehomogeniseerd
Future perf.
zal gehomogeniseerd hebben
zal gehomogeniseerd hebben
zal gehomogeniseerd hebben
zullen gehomogeniseerd hebben
zullen gehomogeniseerd hebben
zullen gehomogeniseerd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gehomogeniseerd hebben
zou gehomogeniseerd hebben
zou gehomogeniseerd hebben
zouden gehomogeniseerd hebben
zouden gehomogeniseerd hebben
zouden gehomogeniseerd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
homogeniseer
homogeniseert

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

heenrijden
drive around
heronderhandelen
do
herontdekken
rediscover
hervormen
reform
heulen
do
hoeven
do
hollen
run
homologeren
gay stay
hoogspringen
high estimate
hozen
bail

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'run':

None found.