Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Herplaatsen (to replace) conjugation

Dutch
5 examples

Conjugation of herplaatsen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
herplaats
I replace
herplaatst
you replace
herplaatst
he/she/it replaces
herplaatsen
we replace
herplaatsen
you all replace
herplaatsen
they replace
Present perfect tense
heb herplaatst
I have replaced
hebt herplaatst
you have replaced
heeft herplaatst
he/she/it has replaced
hebben herplaatst
we have replaced
hebben herplaatst
you all have replaced
hebben herplaatst
they have replaced
Past tense
herplaatste
I replaced
herplaatste
you replaced
herplaatste
he/she/it replaced
herplaatsten
we replaced
herplaatsten
you all replaced
herplaatsten
they replaced
Future tense
zal herplaatsen
I will replace
zult herplaatsen
you will replace
zal herplaatsen
he/she/it will replace
zullen herplaatsen
we will replace
zullen herplaatsen
you all will replace
zullen herplaatsen
they will replace
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou herplaatsen
I would replace
zou herplaatsen
you would replace
zou herplaatsen
he/she/it would replace
zouden herplaatsen
we would replace
zouden herplaatsen
you all would replace
zouden herplaatsen
they would replace
Subjunctive mood
herplaatse
I replace
herplaatse
you replace
herplaatse
he/she/it replace
herplaatse
we replace
herplaatse
you all replace
herplaatse
they replace
Past perfect tense
had herplaatst
I had replaced
had herplaatst
you had replaced
had herplaatst
he/she/it had replaced
hadden herplaatst
we had replaced
hadden herplaatst
you all had replaced
hadden herplaatst
they had replaced
Future perf.
zal herplaatst hebben
I will have replaced
zal herplaatst hebben
you will have replaced
zal herplaatst hebben
he/she/it will have replaced
zullen herplaatst hebben
we will have replaced
zullen herplaatst hebben
you all will have replaced
zullen herplaatst hebben
they will have replaced
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou herplaatst hebben
I would have replaced
zou herplaatst hebben
you would have replaced
zou herplaatst hebben
he/she/it would have replaced
zouden herplaatst hebben
we would have replaced
zouden herplaatst hebben
you all would have replaced
zouden herplaatst hebben
they would have replaced
Du
Ihr
Imperative mood
herplaats
replace
herplaatst
replace

Examples of herplaatsen

Example in DutchTranslation in English
- Moeilijk te herplaatsen?I do know that. Difficult to replace?
Je zult moeilijk te herplaatsen zijn. Dat weet ik.You'll be difficult to replace.
Maar we kunnen deze niet herplaatsen totdat de zwelling ophoudt.But we can't replace them till the swelling comes down.
Martha Jones wil je herplaatsen als de nieuwe medische officier van Torchwood.Martha jones will replace you as Torchwood's new medical officer.
Zoals het nu ernaar uitziet hebben we genoeg tijd om de brandstofcellen te herplaatsen, om het systeem online te krijgen.It looks like we've got just enough time to replace the fuel cells, get the systems online.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

verplaatsen
move

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

hameren
hammer
hengsten
do
herfinancieren
refinance
hernemen
retake
heropbouwen
rebuild
herpakken
repack
herrekenen
do
heten
be called
hieuwen
do
hijsen
hoist

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'replace':

None found.