Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Heenzenden (to send people) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
zend heen
zendt heen
zendt heen
zenden heen
zenden heen
zenden heen
Present perfect tense
heb heengezonden
hebt heengezonden
heeft heengezonden
hebben heengezonden
hebben heengezonden
hebben heengezonden
Past tense
zond heen
zond heen
zond heen
zonden heen
zonden heen
zonden heen
Future tense
zal heenzenden
zult heenzenden
zal heenzenden
zullen heenzenden
zullen heenzenden
zullen heenzenden
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou heenzenden
zou heenzenden
zou heenzenden
zouden heenzenden
zouden heenzenden
zouden heenzenden
Subjunctive mood
zende heen
zende heen
zende heen
zende heen
zende heen
zende heen
Past perfect tense
had heengezonden
had heengezonden
had heengezonden
hadden heengezonden
hadden heengezonden
hadden heengezonden
Future perf.
zal heengezonden hebben
zal heengezonden hebben
zal heengezonden hebben
zullen heengezonden hebben
zullen heengezonden hebben
zullen heengezonden hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou heengezonden hebben
zou heengezonden hebben
zou heengezonden hebben
zouden heengezonden hebben
zouden heengezonden hebben
zouden heengezonden hebben
Present bijzin tense
heenzend
heenzendt
heenzendt
heenzenden
heenzenden
heenzenden
Past bijzin tense
heenzond
heenzond
heenzond
heenzonden
heenzonden
heenzonden
Future bijzin tense
zal heenzenden
zult heenzenden
zal heenzenden
zullen heenzenden
zullen heenzenden
zullen heenzenden
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou heenzenden
zou heenzenden
zou heenzenden
zouden heenzenden
zouden heenzenden
zouden heenzenden
Subjunctive bijzin mood
heenzende
heenzende
heenzende
heenzende
heenzende
heenzende
Du
Ihr
Imperative mood
zend heen
zendt heen

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

greinen
grain
halen
fetch
handgiften
hand gifts
hangen
droop
harpuizen
do
heenvoeren
carry over
heersen
govern
helleniseren
do
herbeginnen
restart
herindelen
rearrange

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'send people':

None found.