Etymology
Blog
Etymology Blog

Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Headhunten (to headhunt) conjugation

Dutch
1 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
headhunt
headhunt
headhunt
headhunten
headhunten
headhunten
Present perfect tense
heb geheadhunt
hebt geheadhunt
heeft geheadhunt
hebben geheadhunt
hebben geheadhunt
hebben geheadhunt
Past tense
headhuntte
headhuntte
headhuntte
headhuntten
headhuntten
headhuntten
Future tense
zal headhunten
zult headhunten
zal headhunten
zullen headhunten
zullen headhunten
zullen headhunten
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou headhunten
zou headhunten
zou headhunten
zouden headhunten
zouden headhunten
zouden headhunten
Subjunctive mood
headhunte
headhunte
headhunte
headhunte
headhunte
headhunte
Past perfect tense
had geheadhunt
had geheadhunt
had geheadhunt
hadden geheadhunt
hadden geheadhunt
hadden geheadhunt
Future perf.
zal geheadhunt hebben
zal geheadhunt hebben
zal geheadhunt hebben
zullen geheadhunt hebben
zullen geheadhunt hebben
zullen geheadhunt hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geheadhunt hebben
zou geheadhunt hebben
zou geheadhunt hebben
zouden geheadhunt hebben
zouden geheadhunt hebben
zouden geheadhunt hebben
Du
Ihr
Imperative mood
headhunt
headhunt

Examples of headhunten

Example in DutchTranslation in English
Ik was geheadhunt.I was headhunted.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

grijnzen
grin
hallucineren
hallucinate
handballen
handball
handeldrijven
traffick
handhaven
maintain
hardlopen
do
harnassen
armor
haspelen
reel
headbangen
headbang
healen
heal

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'headhunt':

None found.