Handeldrijven (to traffick) conjugation

Dutch

Conjugation of handeldrijven

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
drijf handel
I traffick
drijft handel
you traffick
drijft handel
he/she/it trafficks
drijven handel
we traffick
drijven handel
you all traffick
drijven handel
they traffick
Present perfect tense
heb handelgedreven
I have trafficked
hebt handelgedreven
you have trafficked
heeft handelgedreven
he/she/it has trafficked
hebben handelgedreven
we have trafficked
hebben handelgedreven
you all have trafficked
hebben handelgedreven
they have trafficked
Past tense
dreef handel
I trafficked
dreef handel
you trafficked
dreef handel
he/she/it trafficked
dreven handel
we trafficked
dreven handel
you all trafficked
dreven handel
they trafficked
Future tense
zal handeldrijven
I will traffick
zult handeldrijven
you will traffick
zal handeldrijven
he/she/it will traffick
zullen handeldrijven
we will traffick
zullen handeldrijven
you all will traffick
zullen handeldrijven
they will traffick
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou handeldrijven
I would traffick
zou handeldrijven
you would traffick
zou handeldrijven
he/she/it would traffick
zouden handeldrijven
we would traffick
zouden handeldrijven
you all would traffick
zouden handeldrijven
they would traffick
Subjunctive mood
drijve handel
I traffick
drijve handel
you traffick
drijve handel
he/she/it traffick
drijve handel
we traffick
drijve handel
you all traffick
drijve handel
they traffick
Past perfect tense
had handelgedreven
I had trafficked
had handelgedreven
you had trafficked
had handelgedreven
he/she/it had trafficked
hadden handelgedreven
we had trafficked
hadden handelgedreven
you all had trafficked
hadden handelgedreven
they had trafficked
Future perf.
zal handelgedreven hebben
I will have trafficked
zal handelgedreven hebben
you will have trafficked
zal handelgedreven hebben
he/she/it will have trafficked
zullen handelgedreven hebben
we will have trafficked
zullen handelgedreven hebben
you all will have trafficked
zullen handelgedreven hebben
they will have trafficked
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou handelgedreven hebben
I would have trafficked
zou handelgedreven hebben
you would have trafficked
zou handelgedreven hebben
he/she/it would have trafficked
zouden handelgedreven hebben
we would have trafficked
zouden handelgedreven hebben
you all would have trafficked
zouden handelgedreven hebben
they would have trafficked
Present bijzin tense
handeldrijf
I traffick
handeldrijft
you traffick
handeldrijft
he/she/it trafficks
handeldrijven
we traffick
handeldrijven
you all traffick
handeldrijven
they traffick
Past bijzin tense
handeldreef
I trafficked
handeldreef
you trafficked
handeldreef
he/she/it trafficked
handeldreven
we trafficked
handeldreven
you all trafficked
handeldreven
they trafficked
Future bijzin tense
zal handeldrijven
I will traffick
zult handeldrijven
you will traffick
zal handeldrijven
he/she/it will traffick
zullen handeldrijven
we will traffick
zullen handeldrijven
you all will traffick
zullen handeldrijven
they will traffick
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou handeldrijven
I would traffick
zou handeldrijven
you would traffick
zou handeldrijven
he/she/it would traffick
zouden handeldrijven
we would traffick
zouden handeldrijven
you all would traffick
zouden handeldrijven
they would traffick
Subjunctive bijzin mood
handeldrijve
I traffick
handeldrijve
you traffick
handeldrijve
he/she/it traffick
handeldrijve
we traffick
handeldrijve
you all traffick
handeldrijve
they traffick
Du
Ihr
Imperative mood
drijf handel
traffick
drijft handel
traffick

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

grilleren
grill
grimeren
make up
hakketeren
do
hameren
hammer
hamsteren
hoard
handballen
handball
handelen
act
harpuizen
do
hebben
have
heenzenden
send people

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'traffick':

None found.
Learning languages?