Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Gruizelen (to pulverize) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
gruizel
gruizelt
gruizelt
gruizelen
gruizelen
gruizelen
Present perfect tense
heb gegruizeld
hebt gegruizeld
heeft gegruizeld
hebben gegruizeld
hebben gegruizeld
hebben gegruizeld
Past tense
gruizelde
gruizelde
gruizelde
gruizelden
gruizelden
gruizelden
Future tense
zal gruizelen
zult gruizelen
zal gruizelen
zullen gruizelen
zullen gruizelen
zullen gruizelen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou gruizelen
zou gruizelen
zou gruizelen
zouden gruizelen
zouden gruizelen
zouden gruizelen
Subjunctive mood
gruizele
gruizele
gruizele
gruizele
gruizele
gruizele
Past perfect tense
had gegruizeld
had gegruizeld
had gegruizeld
hadden gegruizeld
hadden gegruizeld
hadden gegruizeld
Future perf.
zal gegruizeld hebben
zal gegruizeld hebben
zal gegruizeld hebben
zullen gegruizeld hebben
zullen gegruizeld hebben
zullen gegruizeld hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gegruizeld hebben
zou gegruizeld hebben
zou gegruizeld hebben
zouden gegruizeld hebben
zouden gegruizeld hebben
zouden gegruizeld hebben
Du
Ihr
Imperative mood
gruizel
gruizelt

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

griezelen
shiver

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

geien
obey
gereedmaken
do
gladwrijven
smooth rubbing
gommen
gum
gratiëren
pardon
grijsrijden
gray drive
grossieren
do
gruizen
do
hameren
hammer
handen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'pulverize':

None found.