Grijnzen (to grin) conjugation

Dutch
26 examples

Conjugation of grijnzen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
grijns
I grin
grijnst
you grin
grijnst
he/she/it grins
grijnzen
we grin
grijnzen
you all grin
grijnzen
they grin
Present perfect tense
heb gegrijnsd
I have grinned
hebt gegrijnsd
you have grinned
heeft gegrijnsd
he/she/it has grinned
hebben gegrijnsd
we have grinned
hebben gegrijnsd
you all have grinned
hebben gegrijnsd
they have grinned
Past tense
grijnsde
I grinned
grijnsde
you grinned
grijnsde
he/she/it grinned
grijnsden
we grinned
grijnsden
you all grinned
grijnsden
they grinned
Future tense
zal grijnzen
I will grin
zult grijnzen
you will grin
zal grijnzen
he/she/it will grin
zullen grijnzen
we will grin
zullen grijnzen
you all will grin
zullen grijnzen
they will grin
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou grijnzen
I would grin
zou grijnzen
you would grin
zou grijnzen
he/she/it would grin
zouden grijnzen
we would grin
zouden grijnzen
you all would grin
zouden grijnzen
they would grin
Subjunctive mood
grijnze
I grin
grijnze
you grin
grijnze
he/she/it grin
grijnze
we grin
grijnze
you all grin
grijnze
they grin
Past perfect tense
had gegrijnsd
I had grinned
had gegrijnsd
you had grinned
had gegrijnsd
he/she/it had grinned
hadden gegrijnsd
we had grinned
hadden gegrijnsd
you all had grinned
hadden gegrijnsd
they had grinned
Future perf.
zal gegrijnsd hebben
I will have grinned
zal gegrijnsd hebben
you will have grinned
zal gegrijnsd hebben
he/she/it will have grinned
zullen gegrijnsd hebben
we will have grinned
zullen gegrijnsd hebben
you all will have grinned
zullen gegrijnsd hebben
they will have grinned
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gegrijnsd hebben
I would have grinned
zou gegrijnsd hebben
you would have grinned
zou gegrijnsd hebben
he/she/it would have grinned
zouden gegrijnsd hebben
we would have grinned
zouden gegrijnsd hebben
you all would have grinned
zouden gegrijnsd hebben
they would have grinned
Du
Ihr
Imperative mood
grijns
grin
grijnst
grin

Examples of grijnzen

Example in DutchTranslation in English
'Ik wist niet dat Cheshire katten altijd grijnzen."'l didn't know that Cheshire cats always grinned.
- Niet grijnzen.Okay, stop grinning.
- Waarom zit je te grijnzen?- What are you grinning at?
Als er gesproken werd, zou hij nerveus lachen en grijnzen.If spoken to, he would fidget and grin.
Als ze pochen over deze smeltkroes, moet u grijnzen en salueren.And when they boast about this great melting pot, you have to grin and salute.
"Hij gaf haar een schattige maar duivelse grijns".He gave her a cute but devilish grin."
'Ik geef begerige mensen mijn geld, met een lach' Of een grijns in jouw geval."I give greedy people my money with a smile." Or a grin in your case.
'Wat als', dacht ze met een spottende grijns..."What if, " she thought with a sneering grin...
- Die grijns van je gezicht halen.- Wipe that grin off your face.
- Die grijns.That grin.
'Je grijnst...' Hey, Tosh.'You're grinning...' Hey, Tosh.
Bijvoorbeeld: Rory grijnst teveel.For instance, Rory grins too much.
Dan grijnst ie niet meer zo.- It would make him stop grinning.
En dan grijnst ze als een dikke, zwangere koe.And she'll have this, like, big, pregnant cow grin on her face.
En de duivel grijnst, want zijn lievelingszonde is trots.And the devil did grin, for his darling sin is pride.
Deze sokken... grijnsde hij... gaan het eerst opzij.These stockings he grinned are the first thing to go.
Edelachtbare... Miss Nyholm grijnsde zojuist en knipoogde naar ons toen u dat zei.Your Honor, Miss Nyholm just grinned and winked at us when you said that.
En nu... grijnsde de Grinch... prop ik de boom omhoog.And now grinned the Grinch l'll stuff up the tree.
Hij grijnsde en zei,He just grinned and said,
Hij grijnsde naar me als een jakhals.He grinned at me like a jackal.
Ik wist niet dat Kolderkatten altijd grijnsden.I didn't know Cheshire-Cats always grinned.
Zou het niet wat te veel zijn als we allebei naar haar grijnsden als idioten?Wouldn't it be a little too much if we both grinned at her like idiots?
Halics grijnzend door het raam kijken.Mrs. Halics looked in through the window, grinning
Hij is net een stormjager, slingerend in een busje op de weg met zijn hoofd tegen de ruit, continu grijnzend... wachtend tot alles kapot gaat en hij wil erbij zijn als dat gebeurt.He's like a storm chaser in a van hurling down the highway, face pressed up against the windshield, grinning wildly, waiting for everything to go to hell, wanting to be there when it does.
Jij grijnzend beest.You grinning monster.
Uit de mist van jouw woorden... doemt grijnzend het gelaat op van het Jodendom.Between your nebulous phrases shows Judaism's grinning face him.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

gewennen
allude
glibberen
slither
grabbelen
scramble
graderen
grab
griffen
engrave
grijnslachen
sneer
grijpen
seize
grijswerken
gray works
groeten
do
gruwelen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'grin':

None found.
Learning languages?