Gratificeren (to do) conjugation

Dutch

Conjugation of gratificeren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
gratificeer
I do
gratificeert
you do
gratificeert
he/she/it does
gratificeren
we do
gratificeren
you all do
gratificeren
they do
Present perfect tense
heb gegratificeerd
I have done
hebt gegratificeerd
you have done
heeft gegratificeerd
he/she/it has done
hebben gegratificeerd
we have done
hebben gegratificeerd
you all have done
hebben gegratificeerd
they have done
Past tense
gratificeerde
I did
gratificeerde
you did
gratificeerde
he/she/it did
gratificeerden
we did
gratificeerden
you all did
gratificeerden
they did
Future tense
zal gratificeren
I will do
zult gratificeren
you will do
zal gratificeren
he/she/it will do
zullen gratificeren
we will do
zullen gratificeren
you all will do
zullen gratificeren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou gratificeren
I would do
zou gratificeren
you would do
zou gratificeren
he/she/it would do
zouden gratificeren
we would do
zouden gratificeren
you all would do
zouden gratificeren
they would do
Subjunctive mood
gratificere
I do
gratificere
you do
gratificere
he/she/it do
gratificere
we do
gratificere
you all do
gratificere
they do
Past perfect tense
had gegratificeerd
I had done
had gegratificeerd
you had done
had gegratificeerd
he/she/it had done
hadden gegratificeerd
we had done
hadden gegratificeerd
you all had done
hadden gegratificeerd
they had done
Future perf.
zal gegratificeerd hebben
I will have done
zal gegratificeerd hebben
you will have done
zal gegratificeerd hebben
he/she/it will have done
zullen gegratificeerd hebben
we will have done
zullen gegratificeerd hebben
you all will have done
zullen gegratificeerd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gegratificeerd hebben
I would have done
zou gegratificeerd hebben
you would have done
zou gegratificeerd hebben
he/she/it would have done
zouden gegratificeerd hebben
we would have done
zouden gegratificeerd hebben
you all would have done
zouden gegratificeerd hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
gratificeer
do
gratificeert
do

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

genieten
generalize
gispen
reprove
gorden
gird
granen
do
gratiƫren
pardon
gratineren
do
griffen
engrave
grinniken
snigger
groepen
do
gronden
fathom

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?