Goedvinden (to approve) conjugation

Dutch
12 examples

Conjugation of goedvinden

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
vind goed
I approve
vindt goed
you approve
vindt goed
he/she/it approves
vinden goed
we approve
vinden goed
you all approve
vinden goed
they approve
Present perfect tense
heb goedgevonden
I have approved
hebt goedgevonden
you have approved
heeft goedgevonden
he/she/it has approved
hebben goedgevonden
we have approved
hebben goedgevonden
you all have approved
hebben goedgevonden
they have approved
Past tense
vond goed
I approved
vond goed
you approved
vond goed
he/she/it approved
vonden goed
we approved
vonden goed
you all approved
vonden goed
they approved
Future tense
zal goedvinden
I will approve
zult goedvinden
you will approve
zal goedvinden
he/she/it will approve
zullen goedvinden
we will approve
zullen goedvinden
you all will approve
zullen goedvinden
they will approve
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou goedvinden
I would approve
zou goedvinden
you would approve
zou goedvinden
he/she/it would approve
zouden goedvinden
we would approve
zouden goedvinden
you all would approve
zouden goedvinden
they would approve
Subjunctive mood
vinde goed
I approve
vinde goed
you approve
vinde goed
he/she/it approve
vinde goed
we approve
vinde goed
you all approve
vinde goed
they approve
Past perfect tense
had goedgevonden
I had approved
had goedgevonden
you had approved
had goedgevonden
he/she/it had approved
hadden goedgevonden
we had approved
hadden goedgevonden
you all had approved
hadden goedgevonden
they had approved
Future perf.
zal goedgevonden hebben
I will have approved
zal goedgevonden hebben
you will have approved
zal goedgevonden hebben
he/she/it will have approved
zullen goedgevonden hebben
we will have approved
zullen goedgevonden hebben
you all will have approved
zullen goedgevonden hebben
they will have approved
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou goedgevonden hebben
I would have approved
zou goedgevonden hebben
you would have approved
zou goedgevonden hebben
he/she/it would have approved
zouden goedgevonden hebben
we would have approved
zouden goedgevonden hebben
you all would have approved
zouden goedgevonden hebben
they would have approved
Present bijzin tense
goedvind
I approve
goedvindt
you approve
goedvindt
he/she/it approves
goedvinden
we approve
goedvinden
you all approve
goedvinden
they approve
Past bijzin tense
goedvond
I approved
goedvond
you approved
goedvond
he/she/it approved
goedvonden
we approved
goedvonden
you all approved
goedvonden
they approved
Future bijzin tense
zal goedvinden
I will approve
zult goedvinden
you will approve
zal goedvinden
he/she/it will approve
zullen goedvinden
we will approve
zullen goedvinden
you all will approve
zullen goedvinden
they will approve
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou goedvinden
I would approve
zou goedvinden
you would approve
zou goedvinden
he/she/it would approve
zouden goedvinden
we would approve
zouden goedvinden
you all would approve
zouden goedvinden
they would approve
Subjunctive bijzin mood
goedvinde
I approve
goedvinde
you approve
goedvinde
he/she/it approve
goedvinde
we approve
goedvinde
you all approve
goedvinde
they approve
Du
Ihr
Imperative mood
vind goed
approve
vindt g
approve

Examples of goedvinden

Example in DutchTranslation in English
-Nee, dat zou Sam niet goedvinden.No, No. Sam wouldn't approve.
De koningin zou spioneren niet goedvinden.The queen would not approve of spying.
Hij zou het zelf ook goedvinden.And mostly I feel that Michael would approve.
Kapitein Archer zal het goedvinden, gezien de omstandigheden.I'm sure Captain Archer would approve, considering.
Maar dat zou je vader niet goedvinden.He said he really wanted to be a part of the child's life. But you knew your father would disapprove.
Ik blijf hopen dat hij het goedgevonden zou hebben om zijn lichaam op die manier te gebruiken.I keep hoping that he would have approved... - ...of using his body like that.
En je weet dat ik het niet goedvind.And you know I don't approve, Grace.
Ik weet niet of ik 't goedvind dat je danst tussen de zweterige lijven.You know, I don't know if I could approve of you grinding up against a bunch of sweaty undulating bodies.
- Ja. Als de dokter 't goedvindt.Staff's waiting, if Dr Crusher approves.
Denk je echt dat m'n moeder het goedvindt?Are you sure my mother would approve?
Maar alleen als z'n orisha het goedvindt.But only if his Orisha approves.
Weet u zeker dat vader het goedvindt ?Are you sure Father will approve of our singing in public?

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

geilkenen
do
gekscheren
jest
gevoelen
feel
gladwrijven
smooth rubbing
goedkeuren
approve
goedspreken
speak well
gokken
gamble
grabben
grab
grappen
do
grieven
insult

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'approve':

None found.
Learning languages?