Gevangenzitten (to be imprisoned) conjugation

Dutch
6 examples

Conjugation of gevangenzitten

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
zit gevangen
I am imprisoned
zit gevangen
you are imprisoned
zit gevangen
he/she/it is imprisoned
zitten gevangen
we are imprisoned
zitten gevangen
you all are imprisoned
zitten gevangen
they are imprisoned
Present perfect tense
heb gevangengezeten
I have been imprisoned
hebt gevangengezeten
you have been imprisoned
heeft gevangengezeten
he/she/it has been imprisoned
hebben gevangengezeten
we have been imprisoned
hebben gevangengezeten
you all have been imprisoned
hebben gevangengezeten
they have been imprisoned
Past tense
zat gevangen
I was imprisoned
zat gevangen
you were imprisoned
zat gevangen
he/she/it was imprisoned
zaten gevangen
we were imprisoned
zaten gevangen
you all were imprisoned
zaten gevangen
they were imprisoned
Future tense
zal gevangenzitten
I will be imprisoned
zult gevangenzitten
you will be imprisoned
zal gevangenzitten
he/she/it will be imprisoned
zullen gevangenzitten
we will be imprisoned
zullen gevangenzitten
you all will be imprisoned
zullen gevangenzitten
they will be imprisoned
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou gevangenzitten
I would be imprisoned
zou gevangenzitten
you would be imprisoned
zou gevangenzitten
he/she/it would be imprisoned
zouden gevangenzitten
we would be imprisoned
zouden gevangenzitten
you all would be imprisoned
zouden gevangenzitten
they would be imprisoned
Subjunctive mood
zitte gevangen
I am imprisoned
zitte gevangen
you are imprisoned
zitte gevangen
he/she/it be imprisoned
zitte gevangen
we are imprisoned
zitte gevangen
you all are imprisoned
zitte gevangen
they are imprisoned
Past perfect tense
had gevangengezeten
I had been imprisoned
had gevangengezeten
you had been imprisoned
had gevangengezeten
he/she/it had been imprisoned
hadden gevangengezeten
we had been imprisoned
hadden gevangengezeten
you all had been imprisoned
hadden gevangengezeten
they had been imprisoned
Future perf.
zal gevangengezeten hebben
I will have been imprisoned
zal gevangengezeten hebben
you will have been imprisoned
zal gevangengezeten hebben
he/she/it will have been imprisoned
zullen gevangengezeten hebben
we will have been imprisoned
zullen gevangengezeten hebben
you all will have been imprisoned
zullen gevangengezeten hebben
they will have been imprisoned
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gevangengezeten hebben
I would have been imprisoned
zou gevangengezeten hebben
you would have been imprisoned
zou gevangengezeten hebben
he/she/it would have been imprisoned
zouden gevangengezeten hebben
we would have been imprisoned
zouden gevangengezeten hebben
you all would have been imprisoned
zouden gevangengezeten hebben
they would have been imprisoned
Present bijzin tense
gevangenzit
I am imprisoned
gevangenzit
you are imprisoned
gevangenzit
he/she/it is imprisoned
gevangenzitten
we are imprisoned
gevangenzitten
you all are imprisoned
gevangenzitten
they are imprisoned
Past bijzin tense
gevangenzat
I was imprisoned
gevangenzat
you were imprisoned
gevangenzat
he/she/it was imprisoned
gevangenzaten
we were imprisoned
gevangenzaten
you all were imprisoned
gevangenzaten
they were imprisoned
Future bijzin tense
zal gevangenzitten
I will be imprisoned
zult gevangenzitten
you will be imprisoned
zal gevangenzitten
he/she/it will be imprisoned
zullen gevangenzitten
we will be imprisoned
zullen gevangenzitten
you all will be imprisoned
zullen gevangenzitten
they will be imprisoned
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou gevangenzitten
I would be imprisoned
zou gevangenzitten
you would be imprisoned
zou gevangenzitten
he/she/it would be imprisoned
zouden gevangenzitten
we would be imprisoned
zouden gevangenzitten
you all would be imprisoned
zouden gevangenzitten
they would be imprisoned
Subjunctive bijzin mood
gevangenzitte
I am imprisoned
gevangenzitte
you are imprisoned
gevangenzitte
he/she/it be imprisoned
gevangenzitte
we are imprisoned
gevangenzitte
you all are imprisoned
gevangenzitte
they are imprisoned
Du
Ihr
Imperative mood
zit gevangen
be imprisoned
zit gevangen
be imprisoned

Examples of gevangenzitten

Example in DutchTranslation in English
Het spijt me. Ik heb een vriendin, Halima... ze zat gevangen in Ma'an en sprak zich tegen het Kalifaat uit.So, I have a friend, Halima, who was imprisoned in Ma'an for speaking out against the Caliphate.
Hij zat gevangen gedurende... Wayne Palmers regering voor vier maanden.He was imprisoned by Wayne Palmer's administration for four months.
Ik zat gevangen en jij martelde mij.I was imprisoned, and you tortured me.
Ik zat gevangen in een wereld waar ik niet thuishoorde.I was imprisoned in a world in which Ijust did not belong.
Ik zat gevangen.l was imprisoned.
De Ontsnapping van de Butler. ...is een van de grootste uitdagingen voor een illusionist gebaseerd op het verhaal van de butler Percy die gevangenzat in de Tower in Londen en weigerde zijn uniform uit te doen toen hij werd geboeid.It goes without saying that the Butler's escape is one of the most challenging feats of escapology an illusionist can perform. It's-- it's based, of course, on the well-known story of the Earl of Flanning's manservant Percy, who was imprisoned in the Tower of London, and as we all know, refused to take off his uniform when he was shackled.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

gevangenzetten
imprison

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'be imprisoned':

None found.
Learning languages?