Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Gangbangen (to gang banging) conjugation

Dutch
1 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
gangbang
gangbangt
gangbangt
gangbangen
gangbangen
gangbangen
Present perfect tense
heb gegangbangd
hebt gegangbangd
heeft gegangbangd
hebben gegangbangd
hebben gegangbangd
hebben gegangbangd
Past tense
gangbangde
gangbangde
gangbangde
gangbangden
gangbangden
gangbangden
Future tense
zal gangbangen
zult gangbangen
zal gangbangen
zullen gangbangen
zullen gangbangen
zullen gangbangen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou gangbangen
zou gangbangen
zou gangbangen
zouden gangbangen
zouden gangbangen
zouden gangbangen
Subjunctive mood
gangbange
gangbange
gangbange
gangbange
gangbange
gangbange
Past perfect tense
had gegangbangd
had gegangbangd
had gegangbangd
hadden gegangbangd
hadden gegangbangd
hadden gegangbangd
Future perf.
zal gegangbangd hebben
zal gegangbangd hebben
zal gegangbangd hebben
zullen gegangbangd hebben
zullen gegangbangd hebben
zullen gegangbangd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gegangbangd hebben
zou gegangbangd hebben
zou gegangbangd hebben
zouden gegangbangd hebben
zouden gegangbangd hebben
zouden gegangbangd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
gangbang
gangbangt

Examples of gangbangen

Example in DutchTranslation in English
En Napoleon was 'n eikel die mensen vermoordde omdat ze lang waren... terwijl Josephine thuis aan 't gangbangen was met de burgers.And Napoleon was a short, little asshole... who was killing people 'cause they were taller than he was... while Josephine was home gang banging the townies.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'gang banging':

None found.