Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Fusioneren (to shoot dead) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
fusioneer
fusioneert
fusioneert
fusioneren
fusioneren
fusioneren
Present perfect tense
heb gefusioneerd
hebt gefusioneerd
heeft gefusioneerd
hebben gefusioneerd
hebben gefusioneerd
hebben gefusioneerd
Past tense
fusioneerde
fusioneerde
fusioneerde
fusioneerden
fusioneerden
fusioneerden
Future tense
zal fusioneren
zult fusioneren
zal fusioneren
zullen fusioneren
zullen fusioneren
zullen fusioneren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou fusioneren
zou fusioneren
zou fusioneren
zouden fusioneren
zouden fusioneren
zouden fusioneren
Subjunctive mood
fusionere
fusionere
fusionere
fusionere
fusionere
fusionere
Past perfect tense
had gefusioneerd
had gefusioneerd
had gefusioneerd
hadden gefusioneerd
hadden gefusioneerd
hadden gefusioneerd
Future perf.
zal gefusioneerd hebben
zal gefusioneerd hebben
zal gefusioneerd hebben
zullen gefusioneerd hebben
zullen gefusioneerd hebben
zullen gefusioneerd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gefusioneerd hebben
zou gefusioneerd hebben
zou gefusioneerd hebben
zouden gefusioneerd hebben
zouden gefusioneerd hebben
zouden gefusioneerd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
fusioneer
fusioneert

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

fusilleren
shoot dead

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

focusseren
focus
formaliseren
formalize
fraseren
frank
fretten
ferret
frezen
mill
friemelen
fidget
fusilleren
shoot dead
futselen
fribble
gassen
do
gedijen
thrive

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'shoot dead':

None found.