Etymology
Blog
Etymology Blog

Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Fijnslaan (to fine strike) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
sla fijn
slaat fijn
slaat fijn
slaan fijn
slaan fijn
slaan fijn
Present perfect tense
heb fijngeslagen
hebt fijngeslagen
heeft fijngeslagen
hebben fijngeslagen
hebben fijngeslagen
hebben fijngeslagen
Past tense
sloeg fijn
sloeg fijn
sloeg fijn
sloegen fijn
sloegen fijn
sloegen fijn
Future tense
zal fijnslaan
zult fijnslaan
zal fijnslaan
zullen fijnslaan
zullen fijnslaan
zullen fijnslaan
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou fijnslaan
zou fijnslaan
zou fijnslaan
zouden fijnslaan
zouden fijnslaan
zouden fijnslaan
Subjunctive mood
sla fijn
sla fijn
sla fijn
sla fijn
sla fijn
sla fijn
Past perfect tense
had fijngeslagen
had fijngeslagen
had fijngeslagen
hadden fijngeslagen
hadden fijngeslagen
hadden fijngeslagen
Future perf.
zal fijngeslagen hebben
zal fijngeslagen hebben
zal fijngeslagen hebben
zullen fijngeslagen hebben
zullen fijngeslagen hebben
zullen fijngeslagen hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou fijngeslagen hebben
zou fijngeslagen hebben
zou fijngeslagen hebben
zouden fijngeslagen hebben
zouden fijngeslagen hebben
zouden fijngeslagen hebben
Present bijzin tense
fijnsla
fijnslaat
fijnslaat
fijnslaan
fijnslaan
fijnslaan
Past bijzin tense
fijnsloeg
fijnsloeg
fijnsloeg
fijnsloegen
fijnsloegen
fijnsloegen
Future bijzin tense
zal fijnslaan
zult fijnslaan
zal fijnslaan
zullen fijnslaan
zullen fijnslaan
zullen fijnslaan
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou fijnslaan
zou fijnslaan
zou fijnslaan
zouden fijnslaan
zouden fijnslaan
zouden fijnslaan
Subjunctive bijzin mood
fijnsla
fijnsla
fijnsla
fijnsla
fijnsla
fijnsla
Du
Ihr
Imperative mood
sla fijn
slaat fijn

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

drossen
abscond
erbarmen
compassion
federeren
fax
feilen
do
fibrilleren
do
fietscrossen
do
fijnscheuren
fine cracks
fijnsnijden
fine cut
flecteren
flex
flikken
cajole

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'fine strike':

None found.