Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Federaliseren (to fax) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
federaliseer
federaliseert
federaliseert
federaliseren
federaliseren
federaliseren
Present perfect tense
heb gefederaliseerd
hebt gefederaliseerd
heeft gefederaliseerd
hebben gefederaliseerd
hebben gefederaliseerd
hebben gefederaliseerd
Past tense
federaliseerde
federaliseerde
federaliseerde
federaliseerden
federaliseerden
federaliseerden
Future tense
zal federaliseren
zult federaliseren
zal federaliseren
zullen federaliseren
zullen federaliseren
zullen federaliseren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou federaliseren
zou federaliseren
zou federaliseren
zouden federaliseren
zouden federaliseren
zouden federaliseren
Subjunctive mood
federalisere
federalisere
federalisere
federalisere
federalisere
federalisere
Past perfect tense
had gefederaliseerd
had gefederaliseerd
had gefederaliseerd
hadden gefederaliseerd
hadden gefederaliseerd
hadden gefederaliseerd
Future perf.
zal gefederaliseerd hebben
zal gefederaliseerd hebben
zal gefederaliseerd hebben
zullen gefederaliseerd hebben
zullen gefederaliseerd hebben
zullen gefederaliseerd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gefederaliseerd hebben
zou gefederaliseerd hebben
zou gefederaliseerd hebben
zouden gefederaliseerd hebben
zouden gefederaliseerd hebben
zouden gefederaliseerd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
federaliseer
federaliseert

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

exerceren
exercise
expliciteren
explicate
failleren
bankrupt
fatsoeneren
fashion
faxen
fax
federeren
fax
fielden
field
fietscrossen
do
figgelen
do
fijnstoten
fine bumps

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'fax':

None found.