Elektriseren (to electrify) conjugation

Dutch
3 examples

Conjugation of elektriseren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
elektriseer
I electrify
elektriseert
you electrify
elektriseert
he/she/it electrifies
elektriseren
we electrify
elektriseren
you all electrify
elektriseren
they electrify
Present perfect tense
heb geëlektriseerd
I have electrified
hebt geëlektriseerd
you have electrified
heeft geëlektriseerd
he/she/it has electrified
hebben geëlektriseerd
we have electrified
hebben geëlektriseerd
you all have electrified
hebben geëlektriseerd
they have electrified
Past tense
elektriseerde
I electrified
elektriseerde
you electrified
elektriseerde
he/she/it electrified
elektriseerden
we electrified
elektriseerden
you all electrified
elektriseerden
they electrified
Future tense
zal elektriseren
I will electrify
zult elektriseren
you will electrify
zal elektriseren
he/she/it will electrify
zullen elektriseren
we will electrify
zullen elektriseren
you all will electrify
zullen elektriseren
they will electrify
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou elektriseren
I would electrify
zou elektriseren
you would electrify
zou elektriseren
he/she/it would electrify
zouden elektriseren
we would electrify
zouden elektriseren
you all would electrify
zouden elektriseren
they would electrify
Subjunctive mood
elektrisere
I electrify
elektrisere
you electrify
elektrisere
he/she/it electrify
elektrisere
we electrify
elektrisere
you all electrify
elektrisere
they electrify
Past perfect tense
had geëlektriseerd
I had electrified
had geëlektriseerd
you had electrified
had geëlektriseerd
he/she/it had electrified
hadden geëlektriseerd
we had electrified
hadden geëlektriseerd
you all had electrified
hadden geëlektriseerd
they had electrified
Future perf.
zal geëlektriseerd hebben
I will have electrified
zal geëlektriseerd hebben
you will have electrified
zal geëlektriseerd hebben
he/she/it will have electrified
zullen geëlektriseerd hebben
we will have electrified
zullen geëlektriseerd hebben
you all will have electrified
zullen geëlektriseerd hebben
they will have electrified
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geëlektriseerd hebben
I would have electrified
zou geëlektriseerd hebben
you would have electrified
zou geëlektriseerd hebben
he/she/it would have electrified
zouden geëlektriseerd hebben
we would have electrified
zouden geëlektriseerd hebben
you all would have electrified
zouden geëlektriseerd hebben
they would have electrified
Du
Ihr
Imperative mood
elektriseer
electrify
elektriseert
electrify

Examples of elektriseren

Example in DutchTranslation in English
Ik elektriseer je arm, dan laat je hem niet los.I will electrify your arm, you won't be able to open your hand.
Tesla heeft de hele stad geëlektriseerd... in ruil voor het gebruik van hun generators toen wij ze nodig hadden.Tesla electrified the whole town in exchange for using the generators when we need them.
U, in feite, mag het beschrijven als elektriserend.You, in fact, may describe it as electrifying.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'electrify':

None found.
Learning languages?