Eenentwintigen (to blackjack) conjugation

Dutch
6 examples

Conjugation of eenentwintigen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
eenentwintig
I blackjack
eenentwintigt
you blackjack
eenentwintigt
he/she/it blackjacks
eenentwintigen
we blackjack
eenentwintigen
you all blackjack
eenentwintigen
they blackjack
Present perfect tense
heb geëenentwintigd
I have blackjacked
hebt geëenentwintigd
you have blackjacked
heeft geëenentwintigd
he/she/it has blackjacked
hebben geëenentwintigd
we have blackjacked
hebben geëenentwintigd
you all have blackjacked
hebben geëenentwintigd
they have blackjacked
Past tense
eenentwintigde
I blackjacked
eenentwintigde
you blackjacked
eenentwintigde
he/she/it blackjacked
eenentwintigden
we blackjacked
eenentwintigden
you all blackjacked
eenentwintigden
they blackjacked
Future tense
zal eenentwintigen
I will blackjack
zult eenentwintigen
you will blackjack
zal eenentwintigen
he/she/it will blackjack
zullen eenentwintigen
we will blackjack
zullen eenentwintigen
you all will blackjack
zullen eenentwintigen
they will blackjack
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou eenentwintigen
I would blackjack
zou eenentwintigen
you would blackjack
zou eenentwintigen
he/she/it would blackjack
zouden eenentwintigen
we would blackjack
zouden eenentwintigen
you all would blackjack
zouden eenentwintigen
they would blackjack
Subjunctive mood
eenentwintige
I blackjack
eenentwintige
you blackjack
eenentwintige
he/she/it blackjack
eenentwintige
we blackjack
eenentwintige
you all blackjack
eenentwintige
they blackjack
Past perfect tense
had geëenentwintigd
I had blackjacked
had geëenentwintigd
you had blackjacked
had geëenentwintigd
he/she/it had blackjacked
hadden geëenentwintigd
we had blackjacked
hadden geëenentwintigd
you all had blackjacked
hadden geëenentwintigd
they had blackjacked
Future perf.
zal geëenentwintigd hebben
I will have blackjacked
zal geëenentwintigd hebben
you will have blackjacked
zal geëenentwintigd hebben
he/she/it will have blackjacked
zullen geëenentwintigd hebben
we will have blackjacked
zullen geëenentwintigd hebben
you all will have blackjacked
zullen geëenentwintigd hebben
they will have blackjacked
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geëenentwintigd hebben
I would have blackjacked
zou geëenentwintigd hebben
you would have blackjacked
zou geëenentwintigd hebben
he/she/it would have blackjacked
zouden geëenentwintigd hebben
we would have blackjacked
zouden geëenentwintigd hebben
you all would have blackjacked
zouden geëenentwintigd hebben
they would have blackjacked
Du
Ihr
Imperative mood
eenentwintig
blackjack
eenentwintigt
blackjack

Examples of eenentwintigen

Example in DutchTranslation in English
Bij het eenentwintigen splitste ik een paar tienen...Then at the blackjack table, I was splitting a pair of tens...
Het is net eenentwintigen.It's like blackjack.
Het lijkt wel eenentwintigen.Feels like blackjack, you know?
Ik ga eenentwintigen.I'm gonna play some blackjack.
Ik was dealer bij het eenentwintigen."Between pictures", I dealt blackjack.
Ik heb eenentwintig gespeeld met m'n runnergeld.So, I took some of my runner money and I hit the blackjack tables.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'blackjack':

None found.
Learning languages?