Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Ecologiseren (to do) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
ecologiseer
ecologiseert
ecologiseert
ecologiseren
ecologiseren
ecologiseren
Present perfect tense
heb geëcologiseerd
hebt geëcologiseerd
heeft geëcologiseerd
hebben geëcologiseerd
hebben geëcologiseerd
hebben geëcologiseerd
Past tense
ecologiseerde
ecologiseerde
ecologiseerde
ecologiseerden
ecologiseerden
ecologiseerden
Future tense
zal ecologiseren
zult ecologiseren
zal ecologiseren
zullen ecologiseren
zullen ecologiseren
zullen ecologiseren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou ecologiseren
zou ecologiseren
zou ecologiseren
zouden ecologiseren
zouden ecologiseren
zouden ecologiseren
Subjunctive mood
ecologisere
ecologisere
ecologisere
ecologisere
ecologisere
ecologisere
Past perfect tense
had geëcologiseerd
had geëcologiseerd
had geëcologiseerd
hadden geëcologiseerd
hadden geëcologiseerd
hadden geëcologiseerd
Future perf.
zal geëcologiseerd hebben
zal geëcologiseerd hebben
zal geëcologiseerd hebben
zullen geëcologiseerd hebben
zullen geëcologiseerd hebben
zullen geëcologiseerd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geëcologiseerd hebben
zou geëcologiseerd hebben
zou geëcologiseerd hebben
zouden geëcologiseerd hebben
zouden geëcologiseerd hebben
zouden geëcologiseerd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
ecologiseer
ecologiseert

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

doorspekken
pervade
dringen
push
druipen
drip
dwarsbomen
counteract
ecarteren
do
eclipseren
eclipse honor
economiseren
economize
emitteren
issue
emuleren
do
entameren
bring up

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.