Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Eclipseren (to eclipse honor) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
eclipseer
eclipseert
eclipseert
eclipseren
eclipseren
eclipseren
Present perfect tense
ben geëclipseerd
bent geëclipseerd
is geëclipseerd
zijn geëclipseerd
zijn geëclipseerd
zijn geëclipseerd
Past tense
eclipseerde
eclipseerde
eclipseerde
eclipseerden
eclipseerden
eclipseerden
Future tense
zal eclipseren
zult eclipseren
zal eclipseren
zullen eclipseren
zullen eclipseren
zullen eclipseren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou eclipseren
zou eclipseren
zou eclipseren
zouden eclipseren
zouden eclipseren
zouden eclipseren
Subjunctive mood
eclipsere
eclipsere
eclipsere
eclipsere
eclipsere
eclipsere
Past perfect tense
was geëclipseerd
was geëclipseerd
was geëclipseerd
waren geëclipseerd
waren geëclipseerd
waren geëclipseerd
Future perf.
zal geëclipseerd zijn
zal geëclipseerd zijn
zal geëclipseerd zijn
zullen geëclipseerd zijn
zullen geëclipseerd zijn
zullen geëclipseerd zijn
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geëclipseerd zijn
zou geëclipseerd zijn
zou geëclipseerd zijn
zouden geëclipseerd zijn
zouden geëclipseerd zijn
zouden geëclipseerd zijn
Du
Ihr
Imperative mood
eclipseer
eclipseert

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

draaien
turn
dreunen
drone
druilen
doze
duiden
interpret
dwarsbomen
counteract
echoën
echo
echten
do
ecologiseren
do
endosseren
endorse
entraineren
entertain

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'eclipse honor':

None found.