Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Duelleren (to duel) conjugation

Dutch
13 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
duelleer
duelleert
duelleert
duelleren
duelleren
duelleren
Present perfect tense
heb geduelleerd
hebt geduelleerd
heeft geduelleerd
hebben geduelleerd
hebben geduelleerd
hebben geduelleerd
Past tense
duelleerde
duelleerde
duelleerde
duelleerden
duelleerden
duelleerden
Future tense
zal duelleren
zult duelleren
zal duelleren
zullen duelleren
zullen duelleren
zullen duelleren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou duelleren
zou duelleren
zou duelleren
zouden duelleren
zouden duelleren
zouden duelleren
Subjunctive mood
duellere
duellere
duellere
duellere
duellere
duellere
Past perfect tense
had geduelleerd
had geduelleerd
had geduelleerd
hadden geduelleerd
hadden geduelleerd
hadden geduelleerd
Future perf.
zal geduelleerd hebben
zal geduelleerd hebben
zal geduelleerd hebben
zullen geduelleerd hebben
zullen geduelleerd hebben
zullen geduelleerd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geduelleerd hebben
zou geduelleerd hebben
zou geduelleerd hebben
zouden geduelleerd hebben
zouden geduelleerd hebben
zouden geduelleerd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
duelleer
duelleert

Examples of duelleren

Example in DutchTranslation in English
- En duelleren.- And duelling.
- En waarom zou ik met jou duelleren?- And why would I duel you?
- Het liefst zie ik jullie duelleren met pistolen bij zonsopgang.Frankly, I'd like to see you two duel it out with pistols at dawn.
- Wegens duelleren.- For duelling, you ape!
Als hij aan het duelleren is met Broadsky, moet je snel terzake komen.If-If he is playing dueling snipers with Broadsky, you got to get to the point real fast.
Baron Tempos wil dat ik met hem duelleer. Om jou.Baron Tempos wants me to duel him for your love.
Is dit het laatste snufje op het gebied van duelleer arena technologie, of niet?Is this the latest in duel arena technology, or what?
dus hou je mond en duelleer.So shut up and duel.
Daarom wil ik ook dat jij met de Vos duelleert.Which is precisely why I want you to duel the Fox.
Deze bizarre dingen gebeuren altijd wanneer Yugi duelleert.This weird stuff always happens when Yugi duels.
Hij duelleert, dat is wat anders.In a duel, that's different.
Maar ja, jij duelleert slechter dan mijn moeder.Or, like you helped. Then again you duel worse than my mom.
Heb je geduelleerd?Jesus. You dueled him?

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

doorwarmen
do
doorzenden
forward
dromen
dream
drossen
abscond
dubbelklikken
do
dubbelslaan
double strike
duchten
fear
duiden
interpret
durven
dare
ebaucheren
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'duel':

None found.