Etymology
Blog
Etymology Blog

Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Drooglopen (to run dry) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
loop droog
loopt droog
loopt droog
lopen droog
lopen droog
lopen droog
Present perfect tense
ben drooggelopen
bent drooggelopen
is drooggelopen
zijn drooggelopen
zijn drooggelopen
zijn drooggelopen
Past tense
liep droog
liep droog
liep droog
liepen droog
liepen droog
liepen droog
Future tense
zal drooglopen
zult drooglopen
zal drooglopen
zullen drooglopen
zullen drooglopen
zullen drooglopen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou drooglopen
zou drooglopen
zou drooglopen
zouden drooglopen
zouden drooglopen
zouden drooglopen
Subjunctive mood
lope droog
lope droog
lope droog
lope droog
lope droog
lope droog
Past perfect tense
was drooggelopen
was drooggelopen
was drooggelopen
waren drooggelopen
waren drooggelopen
waren drooggelopen
Future perf.
zal drooggelopen zijn
zal drooggelopen zijn
zal drooggelopen zijn
zullen drooggelopen zijn
zullen drooggelopen zijn
zullen drooggelopen zijn
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou drooggelopen zijn
zou drooggelopen zijn
zou drooggelopen zijn
zouden drooggelopen zijn
zouden drooggelopen zijn
zouden drooggelopen zijn
Present bijzin tense
droogloop
droogloopt
droogloopt
drooglopen
drooglopen
drooglopen
Past bijzin tense
droogliep
droogliep
droogliep
droogliepen
droogliepen
droogliepen
Future bijzin tense
zal drooglopen
zult drooglopen
zal drooglopen
zullen drooglopen
zullen drooglopen
zullen drooglopen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou drooglopen
zou drooglopen
zou drooglopen
zouden drooglopen
zouden drooglopen
zouden drooglopen
Subjunctive bijzin mood
drooglope
drooglope
drooglope
drooglope
drooglope
drooglope
Du
Ihr
Imperative mood
loop droog
loopt droog

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

doorstoken
do
doorvoelen
do
douchen
shower
dreutelen
do
drijten
drite
droogleggen
drain
droogmaken
dry
druilen
doze
duperen
harm
duwen
push

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'run dry':

None found.