Dramatiseren (to dramatize) conjugation

Dutch
5 examples

Conjugation of dramatiseren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
dramatiseer
I dramatize
dramatiseert
you dramatize
dramatiseert
he/she/it dramatizes
dramatiseren
we dramatize
dramatiseren
you all dramatize
dramatiseren
they dramatize
Present perfect tense
heb gedramatiseerd
I have dramatized
hebt gedramatiseerd
you have dramatized
heeft gedramatiseerd
he/she/it has dramatized
hebben gedramatiseerd
we have dramatized
hebben gedramatiseerd
you all have dramatized
hebben gedramatiseerd
they have dramatized
Past tense
dramatiseerde
I dramatized
dramatiseerde
you dramatized
dramatiseerde
he/she/it dramatized
dramatiseerden
we dramatized
dramatiseerden
you all dramatized
dramatiseerden
they dramatized
Future tense
zal dramatiseren
I will dramatize
zult dramatiseren
you will dramatize
zal dramatiseren
he/she/it will dramatize
zullen dramatiseren
we will dramatize
zullen dramatiseren
you all will dramatize
zullen dramatiseren
they will dramatize
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou dramatiseren
I would dramatize
zou dramatiseren
you would dramatize
zou dramatiseren
he/she/it would dramatize
zouden dramatiseren
we would dramatize
zouden dramatiseren
you all would dramatize
zouden dramatiseren
they would dramatize
Subjunctive mood
dramatisere
I dramatize
dramatisere
you dramatize
dramatisere
he/she/it dramatize
dramatisere
we dramatize
dramatisere
you all dramatize
dramatisere
they dramatize
Past perfect tense
had gedramatiseerd
I had dramatized
had gedramatiseerd
you had dramatized
had gedramatiseerd
he/she/it had dramatized
hadden gedramatiseerd
we had dramatized
hadden gedramatiseerd
you all had dramatized
hadden gedramatiseerd
they had dramatized
Future perf.
zal gedramatiseerd hebben
I will have dramatized
zal gedramatiseerd hebben
you will have dramatized
zal gedramatiseerd hebben
he/she/it will have dramatized
zullen gedramatiseerd hebben
we will have dramatized
zullen gedramatiseerd hebben
you all will have dramatized
zullen gedramatiseerd hebben
they will have dramatized
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gedramatiseerd hebben
I would have dramatized
zou gedramatiseerd hebben
you would have dramatized
zou gedramatiseerd hebben
he/she/it would have dramatized
zouden gedramatiseerd hebben
we would have dramatized
zouden gedramatiseerd hebben
you all would have dramatized
zouden gedramatiseerd hebben
they would have dramatized
Du
Ihr
Imperative mood
dramatiseer
dramatize
dramatiseert
dramatize

Examples of dramatiseren

Example in DutchTranslation in English
En ze heeft de neiging om te dramatiseren.And she does have a tendency to dramatize.
Je gaat dat gebruiken om de moed te vinden... om je eigen geheim te dramatiseren dat je probeerde te verbergen... dichtbij je leven blijvend... en dat ga je volgende week voor ons presenteren... in de vorm van een monoloog zonder pauzes.You're gonna use to find the courage... to dramatize your own secret which you've been trying to hide... within an inch of your lives... and you're gonna present it to us next week... in the form of a monologue with no pauses.
Maar op hetzelfde moment denk ik dat we het niet te veel moeten dramatiseren.But at the same time, I don't think that we should dramatize it too much.
Nou, op dit moment, krijgen we een kans... om zowel de hoogte- als dieptepunten... te beschrijven en te dramatiseren... van mammies ware liefde voor de dochter, als je begrijpt wat ik bedoel.Why, here and now, we have an opportunity to depict and dramatize both the heights and the depths of a mama's true love of her daughter, if you get my meaning.
Over 'n bloem schrijven, ze dramatiseren. Daarvoor moet ik 'r evolutie aantonen.To write about a flower, to dramatize a flower I have to show the flower's arc.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

dogmatiseren
dogmatise

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'dramatize':

None found.
Learning languages?