Doorzwelgen (to do) conjugation

Dutch
2 examples

Conjugation of doorzwelgen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
zwelg door
I do
zwelgt door
you do
zwelgt door
he/she/it does
zwelgen door
we do
zwelgen door
you all do
zwelgen door
they do
Present perfect tense
heb doorgezwolgen
I have done
hebt doorgezwolgen
you have done
heeft doorgezwolgen
he/she/it has done
hebben doorgezwolgen
we have done
hebben doorgezwolgen
you all have done
hebben doorgezwolgen
they have done
Past tense
zwolg door
I did
zwolg door
you did
zwolg door
he/she/it did
zwolgen door
we did
zwolgen door
you all did
zwolgen door
they did
Future tense
zal doorzwelgen
I will do
zult doorzwelgen
you will do
zal doorzwelgen
he/she/it will do
zullen doorzwelgen
we will do
zullen doorzwelgen
you all will do
zullen doorzwelgen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou doorzwelgen
I would do
zou doorzwelgen
you would do
zou doorzwelgen
he/she/it would do
zouden doorzwelgen
we would do
zouden doorzwelgen
you all would do
zouden doorzwelgen
they would do
Subjunctive mood
zwelge door
I do
zwelge door
you do
zwelge door
he/she/it do
zwelge door
we do
zwelge door
you all do
zwelge door
they do
Past perfect tense
had doorgezwolgen
I had done
had doorgezwolgen
you had done
had doorgezwolgen
he/she/it had done
hadden doorgezwolgen
we had done
hadden doorgezwolgen
you all had done
hadden doorgezwolgen
they had done
Future perf.
zal doorgezwolgen hebben
I will have done
zal doorgezwolgen hebben
you will have done
zal doorgezwolgen hebben
he/she/it will have done
zullen doorgezwolgen hebben
we will have done
zullen doorgezwolgen hebben
you all will have done
zullen doorgezwolgen hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou doorgezwolgen hebben
I would have done
zou doorgezwolgen hebben
you would have done
zou doorgezwolgen hebben
he/she/it would have done
zouden doorgezwolgen hebben
we would have done
zouden doorgezwolgen hebben
you all would have done
zouden doorgezwolgen hebben
they would have done
Present bijzin tense
doorzwelg
I do
doorzwelgt
you do
doorzwelgt
he/she/it does
doorzwelgen
we do
doorzwelgen
you all do
doorzwelgen
they do
Past bijzin tense
doorzwolg
I did
doorzwolg
you did
doorzwolg
he/she/it did
doorzwolgen
we did
doorzwolgen
you all did
doorzwolgen
they did
Future bijzin tense
zal doorzwelgen
I will do
zult doorzwelgen
you will do
zal doorzwelgen
he/she/it will do
zullen doorzwelgen
we will do
zullen doorzwelgen
you all will do
zullen doorzwelgen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou doorzwelgen
I would do
zou doorzwelgen
you would do
zou doorzwelgen
he/she/it would do
zouden doorzwelgen
we would do
zouden doorzwelgen
you all would do
zouden doorzwelgen
they would do
Subjunctive bijzin mood
doorzwelge
I do
doorzwelge
you do
doorzwelge
he/she/it do
doorzwelge
we do
doorzwelge
you all do
doorzwelge
they do
Du
Ihr
Imperative mood
zwelg door
do
zwelgt
do

Examples of doorzwelgen

Example in DutchTranslation in English
Ik bedoel, de traditie is er, maar die stad zwelgt je op als ze de kans krijgt.The tradition is there, but that city will grind you down if you let it.
Niet als je er zo in zwelgt als u.Not when he enjoys it as much as you do, Mr. Shannon.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?