Etymology
Blog
Etymology Blog

Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Doortintelen (to do) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
doortintel
doortintelt
doortintelt
doortintelen
doortintelen
doortintelen
Present perfect tense
heb doortinteld
hebt doortinteld
heeft doortinteld
hebben doortinteld
hebben doortinteld
hebben doortinteld
Past tense
doortintelde
doortintelde
doortintelde
doortintelden
doortintelden
doortintelden
Future tense
zal doortintelen
zult doortintelen
zal doortintelen
zullen doortintelen
zullen doortintelen
zullen doortintelen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou doortintelen
zou doortintelen
zou doortintelen
zouden doortintelen
zouden doortintelen
zouden doortintelen
Subjunctive mood
doortintele
doortintele
doortintele
doortintele
doortintele
doortintele
Past perfect tense
had doortinteld
had doortinteld
had doortinteld
hadden doortinteld
hadden doortinteld
hadden doortinteld
Future perf.
zal doortinteld hebben
zal doortinteld hebben
zal doortinteld hebben
zullen doortinteld hebben
zullen doortinteld hebben
zullen doortinteld hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou doortinteld hebben
zou doortinteld hebben
zou doortinteld hebben
zouden doortinteld hebben
zouden doortinteld hebben
zouden doortinteld hebben
Du
Ihr
Imperative mood
doortintel
doortintelt

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

donkeren
do
dooreenroeren
do
doorgraven
dig through
doorlichten
peruse
doorliggen
do
doornummeren
do
doorrijden
drive
doortellen
do
doortochten
do
doorzagen
saw

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.