Doorstuderen (to do) conjugation

Dutch
6 examples

Conjugation of doorstuderen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
studeer door
I do
studeert door
you do
studeert door
he/she/it does
studeren door
we do
studeren door
you all do
studeren door
they do
Present perfect tense
heb doorgestudeerd
I have done
hebt doorgestudeerd
you have done
heeft doorgestudeerd
he/she/it has done
hebben doorgestudeerd
we have done
hebben doorgestudeerd
you all have done
hebben doorgestudeerd
they have done
Past tense
studeerde door
I did
studeerde door
you did
studeerde door
he/she/it did
studeerden door
we did
studeerden door
you all did
studeerden door
they did
Future tense
zal doorstuderen
I will do
zult doorstuderen
you will do
zal doorstuderen
he/she/it will do
zullen doorstuderen
we will do
zullen doorstuderen
you all will do
zullen doorstuderen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou doorstuderen
I would do
zou doorstuderen
you would do
zou doorstuderen
he/she/it would do
zouden doorstuderen
we would do
zouden doorstuderen
you all would do
zouden doorstuderen
they would do
Subjunctive mood
studere door
I do
studere door
you do
studere door
he/she/it do
studere door
we do
studere door
you all do
studere door
they do
Past perfect tense
had doorgestudeerd
I had done
had doorgestudeerd
you had done
had doorgestudeerd
he/she/it had done
hadden doorgestudeerd
we had done
hadden doorgestudeerd
you all had done
hadden doorgestudeerd
they had done
Future perf.
zal doorgestudeerd hebben
I will have done
zal doorgestudeerd hebben
you will have done
zal doorgestudeerd hebben
he/she/it will have done
zullen doorgestudeerd hebben
we will have done
zullen doorgestudeerd hebben
you all will have done
zullen doorgestudeerd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou doorgestudeerd hebben
I would have done
zou doorgestudeerd hebben
you would have done
zou doorgestudeerd hebben
he/she/it would have done
zouden doorgestudeerd hebben
we would have done
zouden doorgestudeerd hebben
you all would have done
zouden doorgestudeerd hebben
they would have done
Present bijzin tense
doorstudeer
I do
doorstudeert
you do
doorstudeert
he/she/it does
doorstuderen
we do
doorstuderen
you all do
doorstuderen
they do
Past bijzin tense
doorstudeerde
I did
doorstudeerde
you did
doorstudeerde
he/she/it did
doorstudeerden
we did
doorstudeerden
you all did
doorstudeerden
they did
Future bijzin tense
zal doorstuderen
I will do
zult doorstuderen
you will do
zal doorstuderen
he/she/it will do
zullen doorstuderen
we will do
zullen doorstuderen
you all will do
zullen doorstuderen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou doorstuderen
I would do
zou doorstuderen
you would do
zou doorstuderen
he/she/it would do
zouden doorstuderen
we would do
zouden doorstuderen
you all would do
zouden doorstuderen
they would do
Subjunctive bijzin mood
doorstudere
I do
doorstudere
you do
doorstudere
he/she/it do
doorstudere
we do
doorstudere
you all do
doorstudere
they do
Du
Ihr
Imperative mood
studeer door
do
studeert
do

Examples of doorstuderen

Example in DutchTranslation in English
Hij wou me laten zien hoe het leven zou zijn als ik niet doorstudeerde.You know, he wanted to show me what life would be like if I didn't study hard.
- Je studeert niet over iets, matroos.A person doesn't study "on" anything, boatswain's mate.
- Livia, je studeert niet.- Livia, you don't study, that's it.
- Wel als je met mij studeert.You do if you're studying with me.
- Ze lijkt al wat ouder. Misschien studeert ze al wel.She looks a little older, don't you think?
- Ze studeert.- I don't know, she's in college, Hank.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?