Doorredeneren (to do) conjugation

Dutch
3 examples

Conjugation of doorredeneren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
redeneer door
I do
redeneert door
you do
redeneert door
he/she/it does
redeneren door
we do
redeneren door
you all do
redeneren door
they do
Present perfect tense
heb doorgeredeneerd
I have done
hebt doorgeredeneerd
you have done
heeft doorgeredeneerd
he/she/it has done
hebben doorgeredeneerd
we have done
hebben doorgeredeneerd
you all have done
hebben doorgeredeneerd
they have done
Past tense
redeneerde door
I did
redeneerde door
you did
redeneerde door
he/she/it did
redeneerden door
we did
redeneerden door
you all did
redeneerden door
they did
Future tense
zal doorredeneren
I will do
zult doorredeneren
you will do
zal doorredeneren
he/she/it will do
zullen doorredeneren
we will do
zullen doorredeneren
you all will do
zullen doorredeneren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou doorredeneren
I would do
zou doorredeneren
you would do
zou doorredeneren
he/she/it would do
zouden doorredeneren
we would do
zouden doorredeneren
you all would do
zouden doorredeneren
they would do
Subjunctive mood
redenere door
I do
redenere door
you do
redenere door
he/she/it do
redenere door
we do
redenere door
you all do
redenere door
they do
Past perfect tense
had doorgeredeneerd
I had done
had doorgeredeneerd
you had done
had doorgeredeneerd
he/she/it had done
hadden doorgeredeneerd
we had done
hadden doorgeredeneerd
you all had done
hadden doorgeredeneerd
they had done
Future perf.
zal doorgeredeneerd hebben
I will have done
zal doorgeredeneerd hebben
you will have done
zal doorgeredeneerd hebben
he/she/it will have done
zullen doorgeredeneerd hebben
we will have done
zullen doorgeredeneerd hebben
you all will have done
zullen doorgeredeneerd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou doorgeredeneerd hebben
I would have done
zou doorgeredeneerd hebben
you would have done
zou doorgeredeneerd hebben
he/she/it would have done
zouden doorgeredeneerd hebben
we would have done
zouden doorgeredeneerd hebben
you all would have done
zouden doorgeredeneerd hebben
they would have done
Present bijzin tense
doorredeneer
I do
doorredeneert
you do
doorredeneert
he/she/it does
doorredeneren
we do
doorredeneren
you all do
doorredeneren
they do
Past bijzin tense
doorredeneerde
I did
doorredeneerde
you did
doorredeneerde
he/she/it did
doorredeneerden
we did
doorredeneerden
you all did
doorredeneerden
they did
Future bijzin tense
zal doorredeneren
I will do
zult doorredeneren
you will do
zal doorredeneren
he/she/it will do
zullen doorredeneren
we will do
zullen doorredeneren
you all will do
zullen doorredeneren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou doorredeneren
I would do
zou doorredeneren
you would do
zou doorredeneren
he/she/it would do
zouden doorredeneren
we would do
zouden doorredeneren
you all would do
zouden doorredeneren
they would do
Subjunctive bijzin mood
doorredenere
I do
doorredenere
you do
doorredenere
he/she/it do
doorredenere
we do
doorredenere
you all do
doorredenere
they do
Du
Ihr
Imperative mood
redeneer door
do
redeneert
do

Examples of doorredeneren

Example in DutchTranslation in English
Als je zo redeneert, hoef je geen getuigen te roepen.What do you mean? What's the point of having witnesses at all?
Je redeneert niet met ze. En je probeert ze niet te veranderen.You do not reason with them, or try to change them.
Wat ís hij verdomme aan het doen? ! Ik denk dat hij ermee redeneert.What the hell is he doin'?

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?