Doorloodsen (to do) conjugation

Dutch
1 examples

Conjugation of doorloodsen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
loods door
I do
loodst door
you do
loodst door
he/she/it does
loodsen door
we do
loodsen door
you all do
loodsen door
they do
Present perfect tense
heb doorgeloodst
I have done
hebt doorgeloodst
you have done
heeft doorgeloodst
he/she/it has done
hebben doorgeloodst
we have done
hebben doorgeloodst
you all have done
hebben doorgeloodst
they have done
Past tense
loodste door
I did
loodste door
you did
loodste door
he/she/it did
loodsten door
we did
loodsten door
you all did
loodsten door
they did
Future tense
zal doorloodsen
I will do
zult doorloodsen
you will do
zal doorloodsen
he/she/it will do
zullen doorloodsen
we will do
zullen doorloodsen
you all will do
zullen doorloodsen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou doorloodsen
I would do
zou doorloodsen
you would do
zou doorloodsen
he/she/it would do
zouden doorloodsen
we would do
zouden doorloodsen
you all would do
zouden doorloodsen
they would do
Subjunctive mood
loodse door
I do
loodse door
you do
loodse door
he/she/it do
loodse door
we do
loodse door
you all do
loodse door
they do
Past perfect tense
had doorgeloodst
I had done
had doorgeloodst
you had done
had doorgeloodst
he/she/it had done
hadden doorgeloodst
we had done
hadden doorgeloodst
you all had done
hadden doorgeloodst
they had done
Future perf.
zal doorgeloodst hebben
I will have done
zal doorgeloodst hebben
you will have done
zal doorgeloodst hebben
he/she/it will have done
zullen doorgeloodst hebben
we will have done
zullen doorgeloodst hebben
you all will have done
zullen doorgeloodst hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou doorgeloodst hebben
I would have done
zou doorgeloodst hebben
you would have done
zou doorgeloodst hebben
he/she/it would have done
zouden doorgeloodst hebben
we would have done
zouden doorgeloodst hebben
you all would have done
zouden doorgeloodst hebben
they would have done
Present bijzin tense
doorloods
I do
doorloodst
you do
doorloodst
he/she/it does
doorloodsen
we do
doorloodsen
you all do
doorloodsen
they do
Past bijzin tense
doorloodste
I did
doorloodste
you did
doorloodste
he/she/it did
doorloodsten
we did
doorloodsten
you all did
doorloodsten
they did
Future bijzin tense
zal doorloodsen
I will do
zult doorloodsen
you will do
zal doorloodsen
he/she/it will do
zullen doorloodsen
we will do
zullen doorloodsen
you all will do
zullen doorloodsen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou doorloodsen
I would do
zou doorloodsen
you would do
zou doorloodsen
he/she/it would do
zouden doorloodsen
we would do
zouden doorloodsen
you all would do
zouden doorloodsen
they would do
Subjunctive bijzin mood
doorloodse
I do
doorloodse
you do
doorloodse
he/she/it do
doorloodse
we do
doorloodse
you all do
doorloodse
they do
Du
Ihr
Imperative mood
loods door
do
loodst
do

Examples of doorloodsen

Example in DutchTranslation in English
Stel dat ze ons weer terug naar aarde loodst.Okay. Well, let's suppose she does get us back to Earth.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

doodhongeren
starve to death
doorbloeien
do
doorfietsen
do
doorhalen
strike through
doorkrijgen
do
doorkruiden
do
doorlinken
link
doorlopen
walk through
doorrennen
do
doorscheuren
tear

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?