Doorberekenen (to pass) conjugation

Dutch
1 examples

Conjugation of doorberekenen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
bereken door
I pass
berekent door
you pass
berekent door
he/she/it passes
berekenen door
we pass
berekenen door
you all pass
berekenen door
they pass
Present perfect tense
heb doorberekend
I have passed
hebt doorberekend
you have passed
heeft doorberekend
he/she/it has passed
hebben doorberekend
we have passed
hebben doorberekend
you all have passed
hebben doorberekend
they have passed
Past tense
berekende door
I passed
berekende door
you passed
berekende door
he/she/it passed
berekenden door
we passed
berekenden door
you all passed
berekenden door
they passed
Future tense
zal doorberekenen
I will pass
zult doorberekenen
you will pass
zal doorberekenen
he/she/it will pass
zullen doorberekenen
we will pass
zullen doorberekenen
you all will pass
zullen doorberekenen
they will pass
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou doorberekenen
I would pass
zou doorberekenen
you would pass
zou doorberekenen
he/she/it would pass
zouden doorberekenen
we would pass
zouden doorberekenen
you all would pass
zouden doorberekenen
they would pass
Subjunctive mood
berekene door
I pass
berekene door
you pass
berekene door
he/she/it pass
berekene door
we pass
berekene door
you all pass
berekene door
they pass
Past perfect tense
had doorberekend
I had passed
had doorberekend
you had passed
had doorberekend
he/she/it had passed
hadden doorberekend
we had passed
hadden doorberekend
you all had passed
hadden doorberekend
they had passed
Future perf.
zal doorberekend hebben
I will have passed
zal doorberekend hebben
you will have passed
zal doorberekend hebben
he/she/it will have passed
zullen doorberekend hebben
we will have passed
zullen doorberekend hebben
you all will have passed
zullen doorberekend hebben
they will have passed
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou doorberekend hebben
I would have passed
zou doorberekend hebben
you would have passed
zou doorberekend hebben
he/she/it would have passed
zouden doorberekend hebben
we would have passed
zouden doorberekend hebben
you all would have passed
zouden doorberekend hebben
they would have passed
Present bijzin tense
doorbereken
I pass
doorberekent
you pass
doorberekent
he/she/it passes
doorberekenen
we pass
doorberekenen
you all pass
doorberekenen
they pass
Past bijzin tense
doorberekende
I passed
doorberekende
you passed
doorberekende
he/she/it passed
doorberekenden
we passed
doorberekenden
you all passed
doorberekenden
they passed
Future bijzin tense
zal doorberekenen
I will pass
zult doorberekenen
you will pass
zal doorberekenen
he/she/it will pass
zullen doorberekenen
we will pass
zullen doorberekenen
you all will pass
zullen doorberekenen
they will pass
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou doorberekenen
I would pass
zou doorberekenen
you would pass
zou doorberekenen
he/she/it would pass
zouden doorberekenen
we would pass
zouden doorberekenen
you all would pass
zouden doorberekenen
they would pass
Subjunctive bijzin mood
doorberekene
I pass
doorberekene
you pass
doorberekene
he/she/it pass
doorberekene
we pass
doorberekene
you all pass
doorberekene
they pass
Du
Ihr
Imperative mood
bereken door
pass
berekent
pass

Examples of doorberekenen

Example in DutchTranslation in English
De toevoegingen kosten marginaal meer maar de kosten worden doorberekend naar de klant tegen enorme prijs.It costs marginally more to refine fuel with additives but the costs are being passed on to consumers at an outrageous price.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'pass':

None found.
Learning languages?