Doodranselen (to do) conjugation

Dutch
2 examples

Conjugation of doodranselen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
ransel dood
I do
ranselt dood
you do
ranselt dood
he/she/it does
ranselen dood
we do
ranselen dood
you all do
ranselen dood
they do
Present perfect tense
heb doodgeranseld
I have done
hebt doodgeranseld
you have done
heeft doodgeranseld
he/she/it has done
hebben doodgeranseld
we have done
hebben doodgeranseld
you all have done
hebben doodgeranseld
they have done
Past tense
ranselde dood
I did
ranselde dood
you did
ranselde dood
he/she/it did
ranselden dood
we did
ranselden dood
you all did
ranselden dood
they did
Future tense
zal doodranselen
I will do
zult doodranselen
you will do
zal doodranselen
he/she/it will do
zullen doodranselen
we will do
zullen doodranselen
you all will do
zullen doodranselen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou doodranselen
I would do
zou doodranselen
you would do
zou doodranselen
he/she/it would do
zouden doodranselen
we would do
zouden doodranselen
you all would do
zouden doodranselen
they would do
Subjunctive mood
ransele dood
I do
ransele dood
you do
ransele dood
he/she/it do
ransele dood
we do
ransele dood
you all do
ransele dood
they do
Past perfect tense
had doodgeranseld
I had done
had doodgeranseld
you had done
had doodgeranseld
he/she/it had done
hadden doodgeranseld
we had done
hadden doodgeranseld
you all had done
hadden doodgeranseld
they had done
Future perf.
zal doodgeranseld hebben
I will have done
zal doodgeranseld hebben
you will have done
zal doodgeranseld hebben
he/she/it will have done
zullen doodgeranseld hebben
we will have done
zullen doodgeranseld hebben
you all will have done
zullen doodgeranseld hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou doodgeranseld hebben
I would have done
zou doodgeranseld hebben
you would have done
zou doodgeranseld hebben
he/she/it would have done
zouden doodgeranseld hebben
we would have done
zouden doodgeranseld hebben
you all would have done
zouden doodgeranseld hebben
they would have done
Present bijzin tense
doodransel
I do
doodranselt
you do
doodranselt
he/she/it does
doodranselen
we do
doodranselen
you all do
doodranselen
they do
Past bijzin tense
doodranselde
I did
doodranselde
you did
doodranselde
he/she/it did
doodranselden
we did
doodranselden
you all did
doodranselden
they did
Future bijzin tense
zal doodranselen
I will do
zult doodranselen
you will do
zal doodranselen
he/she/it will do
zullen doodranselen
we will do
zullen doodranselen
you all will do
zullen doodranselen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou doodranselen
I would do
zou doodranselen
you would do
zou doodranselen
he/she/it would do
zouden doodranselen
we would do
zouden doodranselen
you all would do
zouden doodranselen
they would do
Subjunctive bijzin mood
doodransele
I do
doodransele
you do
doodransele
he/she/it do
doodransele
we do
doodransele
you all do
doodransele
they do
Du
Ihr
Imperative mood
ransel dood
do
ranselt
do

Examples of doodranselen

Example in DutchTranslation in English
Daar komt de Finse Freak naar beneden en hij ranselt de helling!Here he goes, the Finnish freak now going down, hammers those rails!
Sorry, maar u ranselt mijn medewerker af.I beg your pardon, but you're manhandling my employee.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?