Domesticeren (to do) conjugation

Dutch
4 examples

Conjugation of domesticeren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
domesticeer
I do
domesticeert
you do
domesticeert
he/she/it does
domesticeren
we do
domesticeren
you all do
domesticeren
they do
Present perfect tense
heb gedomesticeerd
I have done
hebt gedomesticeerd
you have done
heeft gedomesticeerd
he/she/it has done
hebben gedomesticeerd
we have done
hebben gedomesticeerd
you all have done
hebben gedomesticeerd
they have done
Past tense
domesticeerde
I did
domesticeerde
you did
domesticeerde
he/she/it did
domesticeerden
we did
domesticeerden
you all did
domesticeerden
they did
Future tense
zal domesticeren
I will do
zult domesticeren
you will do
zal domesticeren
he/she/it will do
zullen domesticeren
we will do
zullen domesticeren
you all will do
zullen domesticeren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou domesticeren
I would do
zou domesticeren
you would do
zou domesticeren
he/she/it would do
zouden domesticeren
we would do
zouden domesticeren
you all would do
zouden domesticeren
they would do
Subjunctive mood
domesticere
I do
domesticere
you do
domesticere
he/she/it do
domesticere
we do
domesticere
you all do
domesticere
they do
Past perfect tense
had gedomesticeerd
I had done
had gedomesticeerd
you had done
had gedomesticeerd
he/she/it had done
hadden gedomesticeerd
we had done
hadden gedomesticeerd
you all had done
hadden gedomesticeerd
they had done
Future perf.
zal gedomesticeerd hebben
I will have done
zal gedomesticeerd hebben
you will have done
zal gedomesticeerd hebben
he/she/it will have done
zullen gedomesticeerd hebben
we will have done
zullen gedomesticeerd hebben
you all will have done
zullen gedomesticeerd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gedomesticeerd hebben
I would have done
zou gedomesticeerd hebben
you would have done
zou gedomesticeerd hebben
he/she/it would have done
zouden gedomesticeerd hebben
we would have done
zouden gedomesticeerd hebben
you all would have done
zouden gedomesticeerd hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
domesticeer
do
domesticeert
do

Examples of domesticeren

Example in DutchTranslation in English
Bij het domesticeren van honden is het wilde gedrag eruit gefokt. En dat proces leidde per ongeluk tot nieuwe kenmerken:When we first domesticated dogs, we bred out some of the wild behaviours, and this process accidently led to new characteristics.
Diane, zou ik niet teveel proberen de man te domesticeren.Diane, I wouldn't try too hard to domesticate the guy.
Je kunt ze niet domesticeren.Come here! - You can't be domesticated.
Tegelijk besefte hij dat mensen met het domesticeren van dieren... experimenten voor hem uitvoerden.Of course, it's true that, if you used artificial insemination, you could get crosses between almost any of these breeds. but that's because human beings have been selecting between dogs for only a few centuries.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?